Gedichten. Deel 1. Teksten (2000)

Gedichten. Deel 1. Teksten

(2000)–Gerrit Achterberg– rechtenstatus

Auteursrechtelijk beschermd

Inhoudsopgave

1924-1930 [1] 't Wonder

[5] De wind lacht...

[8] De verlaten reiziger

[9] Herfstgedachte

[10] 't Leege huis

[11] De zwijgende rivier

[12] Altijd maar door...

[14] ............

[15] Liefde's macht

[16] 'k Zal haar gaan zeggen...

[17] Haar afzijn

[20] Het schooiertje

[21] Ik ween...

[22] Memento mori

[23] (Als 't opendubben van de tulpen,)

[24] Zomermorgen

[26] (Het hunkerings hoogrood)

[27] (Mijn meisje met de koninklijke beenen,)

[28] (Ik en de straten)

[29] (In deze schemerhuis)

[31] (Den rooien loozer van mijn zaad)

[32] (In den hoogen feestvlag,)

[33] (Uw hulk voer zonder vracht.)

[34] (Iedre winter blinder,)

[35] (Mijn liefdevogel vliegt zoo nauw)

[36] (Het late, late winterpark)

[37] (Mijn heldre scherpte spant,)

[38] (Niets dan mijn eenzaam zelfbeleven,)

[39] (Open schulpen uw beenen)

[40] (Over dit land alleen)

[41] (Te sterven, liggende aan U)

[42] (Niet de gekapte non ben ik,)

[43] (Scheeve schuift het rietsel heen,)

[44] (Meisje, hoe zwaar zoenen uw lippen)

[45] (Ik draal ter deure van mijn eigen duister huis.)

[46] (Zij ging van mij vandaan)

[47] (Achter hooge boomen kwam een)

[48] (Zal dan uw liefde grooter wezen dan mijn vrees?)

[49] (Wat is dit een zoete verbintenis,)

[50] (Zij, die hun liefde tot haar einde gingen,)

[51] (Ik had met u terug willen gaan)

[52] (Zij die bijna aan het bloed raakten)

[53] (Er ligt in de zon een vrouw te lachen)

[54] (Toen, dat de dood het won van mij)

[55] (De regen deelt het donker hart)

[56] (Wij die in de zon gezongen)

[57] (De lente en de dood gaan saam)

[58] (Het was een nacht die in mij overwoei)

[59] (Over de dood verging het lied)

[60] (Misschien dat ge nog aanwezig zijt)

[61] (Nu strijdt het hart zijn laatste slag)

[62] (Toen stond in uw laatste naam rondom)

[63] (Gij stondt met een hoog hopen)

[64] (Het was een avond in de winter - vuur)

[65] (Aan het roer dien avond stond het hart)

[66] (De klok regeert de kamer)

[67] (De wereld is vergaan)

[68] Het eiland der ziel I

[69] (Het eiland der ziel) II

[70] (Gij waart mij nauwelijks nabij)

[71] (Weenen is even eenzaam)

[72] (In dit doodzieke lentebegin,)

[73] (Ver in de zee verging een stem.)

[74] (Nooit was de dood een naakter man)

[75] (Het leven loopt in droomen dood.)

[77] (Ik herkende u uren er na.)

[78] (De doove wind staat om de blinde muren)

[79] (Mijn droomen staan in scharen voor de ramen.)

[80] (Uw lijf was zoo lang met bloemen omwonden)

[81] De witte tocht

[82] (Mijne gedachten zijn gebleven.)

[83] (Geheel den dag hebt gij mij gaande gehouden,)

[84] (Nu waaien de nooit te weten,)

[85] (Zwaar en verschaald ligt het avondjaar)

[86] (Het spel, dat kranke zinnen spelen,)

[87] (Ik beproefde u op bloed en nacht)

[88] (Ik weet wel dat ik u niet weervinden zal)

[89] Het lied om doodswil

[90] (O ruiten mijner eenzaamheid)

[97] Achtergebleven

[99] (Een oud en donker schilderij)

[100] (De wind en haar kleeren lagen nog saam)

[101] (De torens hadden een stilheid bereikt)

[102] (Ik ben geheel terug gekeerd.)

[103] (Een schuine muur van sneeuwen)

[104] (Dit is het blinkend loopen)

[105] (Soms als de weg het wil zijn wij)

[106] (Die kalmte sloeg mijn oogen dicht)

[107] Het schuldig lied

[108] (Ik leef bij dezen als het vuur:)

[109] (Mijn geest gaat met een bonzend hart)

[110] Moordballade

[111] (Wat moest die stad,)

[112] (De hemelen houden mijn gelaat geloken,)

[114] (Maar ik heb eenmaal geloofd)

[115] (Toen hij zoo smal was dat de dood het niet meer wist)

[116] Kleine ode aan het water

[117] (Soms zijt ge in mij teruggekeerd)

[118] (De doode regen heeft de plaatsen aangetast,)

[119] (Op uw opnieuw bewegen wacht)

[120] (Loopende over de dood te denken)

[121] Liggende onder een boom

[122] (Al deze zachtheid in mijn avondbed)

[123] (Misschien ligt uw lichaam weer bij mij)

[124] (De avond valt grondzwart onder de sterren,)

[125] (Toen haar gestalte zich in mij herstelde)

[126] (Bij het verlaten luisteren naar radio beneden mij)

[127] (Deze nachtregelen zijn voor u,)

[128] (Ik denk aan u.)

[129] (Een kou die mij herinnert dat ik niet zal sterven,)

1931-1936 [130] In uw bloed

[131] (Nu ik hier loop, ik weet het niet waarom,)

[132] (Wanneer ik bij u ben gebracht,)

[133] Dronken nachtliedje

[134] (Door een chauffeur omver gereden)

[135] (In de zon is de dood begonnen,)

[136] (Gij wist, dat ik niet anders was,)

[137] (Terwijl hij onder den vleugel sliep)

[138] (Het land wordt ingekort op dood en dierbaarheden;)

[139] (Gekwetst in de onuitspreekbaarheden,)

[140] Treincoupé

[141] Tochten...

[142] Middernacht

[143] Vuurtoren

[144] Om een donker lichaam

[145] Gij die mij voert...

[146] (Een lichaam, liggend in de najaren)

[147] De verloren zoon

[149] (Moeder) II

[151] Hulshorst

[152] Morgenmist

[153] In den regen

[154] Het namelooze...

[155] De verdronkenen

[156] Zomeravond

[157] De bruid zingt

[158] (Vaarwel, wereld, dit is de woestijn.)

[159] (O donkere, woeste ruiten voor den dood.)

[160] (Wie zóó vermoeid zijn leden nederlegt)

[161] (Ik heb de grond onthouden waar wij waren;)

[162] (Achternamiddag leeg en uitgeloogd)

[163] (Donker op donker lig ik opgetast.)

[164] (Avondhemel, toegegrendelde geheimen.)

[165] (Morgen, en het onthutste kraaien van de hanen,)

[166] (Ik weet haar naam niet meer; die is verloren.)

[167] (O dit eenzelvig binnenvaren van het lied)

[168] (Muziek van sneeuw in winterkinkhoorn dezer stad)

[169] (De vruchten in de hof hadden zich stil bezonnen)

[170] (De zomerwijn klimt in de beken en de boomen,)

[171] (Hoofd werd verlangens edelste existenz)

[172] (De vroegte van mijn leven, die ik wedervind.)

[173] (Er is een wenschen, dat ik kus met mijn gedachten:)

[174] (Jacht op de vonk der verzen en een vrouw:)

[175] (Ik heb geen naam tusschen u noodig en mijn eer)

[176] (Dit is de idylle van het nichtje op bezoek:)

[177] (Wij zijn volslagen idioten)

[178] (In deze zuivere duisternis,)

[179] (Vol van avonddauw en donker)

[180] (Weemoed omdat de dood het weet,)

[181] (Het wordt míj́n laatste, grootste avontuur:)

[182] (Tuin van herfstdag bij haar thuis.)

[183] (Omdat het niet ontwaken kan)

[184] (Gíj́ zijt bij míj́ den nacht, den dag, den nacht.)

[185] (Ik ga naar de stations waar de atomen zweven)

[186] (Stuk laten liggen wat niet is te heelen,)

[187] (Ik bloei van binnen met de dood tot bloem,)

[188] (Ik ben alleen met lied en wind,)

[189] (Misschien staat in mijn naam alleen de dood.)

[190] (Nu het einde zich nog bezint,)

[191] (Nu is het tijd om naar uw hart te reizen.)

[192] (De dingen zijn nu zoo dichtbij dat ik)

[193] (Weenen omdat zeilen zoo verrukt)

[194] (Nu mijn leven verloopen moet:)

[195] (Het is van zijnen heer, al wat hem is gegeven)

[196] (Bij perioden was hij demon en weer dichter.)

[197] (In welk dorp zijt gij verdronken,)

[198] (O wind die mij onwetend houdt)

[199] (Ik wil met haar begraven worden in één graf.)

[200] (Zij zullen alles doen, haar te verdonkeremanen.)

[201] (Ik droomde dat zij bij mij zat en met mijn handen speelde)

[202] (De oogen, uitgezien, zijn hard en bitter.)

[203] (Alles zinkt van mij af, ik draag geen wereld meer.)

[204] (Dien nacht stonden machines in het donker.)

[205] (Wat van uw lichaam bleef voorhanden:)

[206] (Regen, haar lichaam heeft geen schuld, want ik was zonder)

[207] (Zij slaapt, zooals een heel jong kindje slaapt.)

[208] (De nacht wordt transparant als een septembermiddag.)

[209] (In déze nacht laat ik u niet meer los.)

[210] (Hij legt het spantouw om de pooten van het beest.)

1937-1939 [211] Het onweer

[212] Met dit gedicht...

[213] (Nu ik zoo zuiver thuis ben met mijzelf)

[214] (Ik wist niet dat hij al sprak in de taal van den dood.)

[216] De gek en de spiegel

[217] Grafschrift

[218] Over een leven...

[219] Laat mij...

[220] Laat ik u langzaam...

[221] Wij moeten slapen

[222] De dichter is een koe

[224] Graflegging van een oud vriend

[226] Graalridder

[227] (Ambacht achter oogleden)

[228] Misgeboorte

[230] Henry Rousseau

[231] (Liefde, ik blijf u loven)

[232] Jan Toorop

[233] Grafschrift

[234] (Het blinde komen)

[235] (Toen ik het einde had bereikt)

[236] (De donkere morgenregens)

[237] (Het huis is leeg, uit het hooren)

[238] (Zooals het water smaakt des nachts,)

[239] (De dood laat geen gedicht meer toe)

[240A] (Wie ik verder zal worden)

[241] (Om te vergaan)

[242] (Vannacht, den droom, liggend onder een tafel,)

[243] (Achter den dood verschanst)

[244] (In deze morgen zonder schuld)

[245] (Des morgens kruipt een beest van vrees)

[246] (De wijlen dat zij het verkoos)

[240B] (Wie ik nu nog zal worden)

[247] Reiziger ‘doet’ Golgotha I

[248] (Reiziger ‘doet’ Golgotha) II

[249] (Evenwijdig aan deze schreden)

[250A] (Woordenbloeisel:)

[252] Reiziger ‘doet’ Golgotha III

[253A] (Ik blijf u binnen mij bereiken)

[254] (Eeuwigheden van mond en schoot)

[255] (Blijf in mijn oogen, die u zien, gelooven.)

[256] (Binnen het stugge duister van den dood)

[257] Niemandsland

[260] Bezinning

[262] Wederkeer

[265] Bolero van Ravel

[266] Ontworden

[267] Doodbloei

[268] In profundis

[271] ‘Beumer & Co.’

[272] Zestien I

[273] (Zestien) II

[274] (Zestien) III

[275] (Zestien) IV

[280] Het ademlooze

[287] To be or not to be

[290] Tendresse

[293] Projectie

[295] Accomodatie

[297] Windmorgen

[300] Fata morgana

[303] (Liefde) II

[309] Wachtwoord

[311] Remplacant

[315] Somnambule

[250B] Overspel

[320] Schijnwerper

[322] Bruiloftslied

[323] Negatief I

[324] (Negatief) II

[325] (Negatief) III

[329] Joseph Schmidt

[330] Onteigening

[333] (Lente) II

[334A] (Lente) III

[336] Versteening

1940-1941 [338] (Dicht bij de dingen die u kennen)

[339] De verdronkenen

[343] Steekvlam

[344] In hoc vincit I

[345] (In hoc vincit) II

[346] (In hoc vincit) III

[347] (In hoc vincit) IV

[349] Pinksteren

[350] Psychiater

[352] Houtsnede

[353] Gebed aan de stof

[354] Gebed aan het vuur

[357] Gebed aan God

[360] Marsman I

[361] (Marsman) II

[362] (Marsman) III

[363] Columbus I

[364] (Columbus) II

[365] Binnenhuisarchitectuur

[367] Don Quichot

[375] Nachtmerrie

[376] Slaapliedje

[378] Openbaring

[379] Opstanding

[383] Reïncarnatie I

[384] (Reïncarnatie) II

[385] Franciscus

[389] Herculaneum

[396] Retrospectie

[399] Spiegeling

[402] Gebed aan de schrijfmachine

[405] Ontslapen

[406] De vliegende Hollander

[408] Pastiches I

[409] (Pastiches) II

[410] (Pastiches) III

[412] Droomschuim

[413] Winteravond

[414] Dood paard

[417] Opstanding

1941-1945 [418] Heul

[420] (Rokken, waarin gij hebt geloopen,)

[421] Schaatsenrijder

[422] Luchtaanval

[424] Mijn moeder sterft

[425] Chanson triste

[426] Wandeling

[427] (Nachtwind en ritseling)

[428] (De binnenzoomen van den dood)

[429] (Het fluisterbosch)

[430] Narcissus

[431] (Mijn hoofd ligt in een holte van muziek.)

[432] (Alle deurknoppen)

[433] (Vannacht werd je gestalte)

[434] Volk en Vaderland

[435] (Ik sprak alleen tegen uw mond)

[436] (Nu gij u weer verbindt)

[437] (Uw leden strekken zich in boomen)

[438] (Nu ik u nader zonder tusschenstof)

[439] (Hermetisch huis.)

[440] (Het beste glas staat in het volgende café,)

[441] (De morgen heeft vaste onderdeelen)

[442] (Inktzwart loover loopt over grijze paden)

[443] (Vannacht zijn ze weer begonnen,)

[444] (Uit de trompet)

[445] (De ruimte, die u verliet,)

[446] (Het donker, dat u dekt,)

[447] (Binnen u, o lied, kan het niet hinderen,)

[448] (Samengesteld met dood)

[449] (Het is Zondagavond in Avereest.)

[450] (Ik ga iedere morgen ten gronde)

[451] (Oogen, die in mij rusten,)

[452] (In welk riool ben ik terecht gekomen.)

[453] Watermolen

[454] (O zielsterreur in deze huizen.)

[456] (Ziekenhuis. Wiekenzuis.)

[458] (De avond overmant uw dood)

[459] Reimerswaal

[460] (Herinnering en dood)

[461] (Staar in mij zonder sterren,)

[462] (Terwijl het regent tusschen u en mij)

[463] (Gij hebt uw kussen koel gemaakt)

[464] (Er waren vaste kernen in uw huis.)

[466] (Tusschen de engelen en klieren)

[467] (Ik schrik wanneer mijn naam weerklinkt,)

[468] (De dood brandt u uiteen.)

[469] (De bevende binnenkomst)

[470] Danaïde van Rodin

[471A] (Wij stonden huid aan huid)

[472A] (Ik blijf met u verbonden)

[473] (De honden in mijn hoofd)

[474] (Ik kan alleen woorden ontmoeten, u niet meer.)

[475] (Een engel, die de aarde niet meer ziet,)

[476] (Ik laat de avond sterven)

[477] (Ik ben van zooveel glas,)

[478A] (Je lag half over een muur)

[479] (Mijn hand strijkt over uw deur.)

[480] (Ik kan met deze grovere organen)

[481] (Gij dringt door alles heen:)

[482] (Koorts weekt u los)

[483] (Mijn regen,)

[485A] (Ik ben al lang Napoleon geweest,)

[486] (Morgen van zijde en zonder vrees,)

[488] (Vannacht ging je verhouding met mij aan.)

[490] (Verloren eigendom. Ter dood veroordeeld leven.)

[491] (Gij zijt weer toegevoegd)

[492] Ter Braak

[494] Kleine kabbalistiek voor kinderen

[495] (De koudepunten van uw dood)

[496] (Gij hebt het hoog geheim doorbroken, Heere Jezus,)

[497A] Bekeering

[498] Aardrijkskunde

[500] Fotografie

[501] Gramofoon

[502] Standbeeld

[506] (Erbarmelijk geboren,)

[507] (O blinde mol, die moeite)

[508] (Vanmorgen heb ik hem zien fietsen door de lanen.)

[509] (Hoe zal nu in het huis de stilte zijn)

[510] Het meisje en de tijd

[511] Glazenwasscher

[516] Watertoren

[519] Code civile

[471B] Embryo I

[521] (Embryo) II

[522] (Embryo) III

[485B] Todesraum

[527] Bruidslied

[529] Verrijzing

[530] Distantie

[532] Distillatie

[535] Klankleer

[538] Eindmoraine

[541] Hoorbaarheid

[542] Retrograde

[546] Slaapwandeling

[547] Slaapliedje I

[548] (Slaapliedje) II

[554] Souverein

[555] (Een lichaam door geen lied te deren)

[557] (Herinnert gij u nog het zoete uiten)

[558] Woord en Dood

[562] (Hij die het spoor verloren is)

[563] Oppervlaktespanning

[564] Rina Ketty

[565] Spirogeet

[566] Aluminium

[568] Arbeidsvermogen van plaats

[572] Ontlading

[574] Elpenbeen

[579] Cellophaan

[581] Kraakbeen

1945-1946 [583] Linoleum

[586] Lithosfeer

[597] Baarmoeder

[598] Celluloid

[601] Hersenschors

[606] Telefunken

[607] Klankbord

[610] Intermédiaire

[618] Vervulling

[619-620] Petertje [619] Kiem

[623] Hercules Seghers

[625] Raspoetin

[630] (Als vele microben op ruiten en ramen)

[631] Vogel van waanzin

[632] Directeur

[472B] Symbiose

[635] Quantiteit

[636] Tableau mourant

[637] Onderlinge

[638] Constante

[639] Inter ego

[641] Localisatie

[642] Topografie

[644] Steenlied

[646] Qualiteit

[648] Camera Obscura

[649] Landschap

[653] Omsingeling

[654] Aanspraak

[655] Totalisator

[658] Wichelroede

[664] Registratie

[665] Herdenken

[668] Claude Monet

[670] Maria Magdalena

[334B] Verkenning

[674] Aarzeling

[675] Arceering

[677] Schakelbord

[679] 4e Dimensie I

[680] (4e Dimensie) II

[681] (4e Dimensie) III

[682] (4e Dimensie) IV

[683] (4e Dimensie) V

[685] Tegenwoordigheid

[686] Verrekijker

[687] Continuïteit

[689] Conserven

[691] Ganzebord

[703] Cartografie

[497B] Triniteit

[705] (Gij ligt in craquelé verloren.)

[707] (Ik vul met mijn gedachten)

[708] Avondmaal

[709] (Jezus schreef met zijn vinger in het zand.)

1946-1948 [711] Doornroosje

[712] (Ik sta verslonden van het oogenblik.)

[713] Complementariteit I

[714] (Complementariteit) II

[715] (Complementariteit) III

[716] (Complementariteit) IV

[717] (Gij hangt alleen met draden aan elkaar.)

[718] (Ik raak de tijd in 't vore, toekomst is)

[720] Proteïne

[721] (Koude noordzeeën zijn in mij ontstaan)

[724] Excentriek

[725] Devaluatie

[726] (Nu regent het ook in uw nacht.)

[727] Descartes

[728] Perpetuum mobile

[729] Beklemrecht

[731] (In deze sneeuw ben ik een teekening.)

[733] Dichtkunst

[734] Zelfmoordenaar

[737] Kegelsnede

[738] Kinderangst

[739] Het weer is goed

[740] Herzelving

[744] Twee sonnetten voor Spanje I

[745] (Twee sonnetten voor Spanje) II

[746] Voor Spanje I

[747] (Voor Spanje) II

[748] (Is Eelco Sötemann voor niets begonnen?)

[749] Doodbeeld

[750] Verwildering

[751] Auschwitz

[752] Permanent wave

[753] Blokkeering

[755] Status nascendi

[756] Status morendi

[757] (O minimum dat zonder menschen is)

[758] (Nu zijn wij eindelijk bijeen)

[759] (Gij hebt u uit mij weggenomen.)

[760] (Al sta ik in uw vleesch geaderd)

[762] Autodroom

[763] Quadratuur

[764] Treinnimph

[766] Democraat

[767] Draaideur

[769] Het meisje en de trom

[772] Bruidegom

[775] Extemporeetje

[777] Veewagen 1945

[780] Ectoplasma

[783] Overjarig

[789] Rath & Doodeheefver

[791] Kermesse d'été

[792] Weerbericht

[794] Verzoendag

[795] Ondertrouw

[801] Groeten uit Neede

[802] Aanhalingstekens

[803] Spellbound

[806] Reincultuur

[807A] Transplantatie

[811] Inclinatie

[812] Jean Giono

[815] Kindergraf

[820] Elckerlyc

[822] Dronken nachtliedje

1949-1953 [823] Gobelin

[825] Huiszoeking

[826] Parhelium

[828] Plexus solaris

[830] Bloedwraak

[832] Fructidor

[833] Nevelheim

[836] Katalisator

[837] Sneeuwwitje

[839] Vroegkerk

[840] Maréchaussée

[841] Kloosterhofje van Fréjus

[842] Chrysoliet

[843] Jeanne d'Arc

[845] Metronoom

[846] Velodroom

[847] Erfvijand

[848A] Vrijgezel

[849] Zoekplaat

[850] Pastorale

[851] Nachtvlucht

[852] Ballade van de winkelbediende I

[853] (Ballade van de winkelbediende) II

[854] (Ballade van de winkelbediende) III

[855] Cartering

[857] Hélicoptère

[860] Heraldiek

[862] Autoclaaf

[863] Apostrophen

[864] Histologie

[865] Ontvoering

[868] Zeegezicht

[870] Déjà-vu

[871A] Ballade van de gasfitter I

[872A] (Ballade van de gasfitter) II

[873A] (Ballade van de gasfitter) III

[874A] (Ballade van de gasfitter) IV

[875A] (Ballade van de gasfitter) V

[876A] (Ballade van de gasfitter) VI

[877A] (Ballade van de gasfitter) VII

[878A] (Ballade van de gasfitter) VIII

[879A] (Ballade van de gasfitter) IX

[880] (Ballade van de gasfitter) X

[881A] (Ballade van de gasfitter) XI

[882A] (Ballade van de gasfitter) XII

[871B] Ballade van de gasfitter I

[872B] (Ballade van de gasfitter) II

[873B] (Ballade van de gasfitter) III

[874B] (Ballade van de gasfitter) IV

[875B] (Ballade van de gasfitter) V

[876B] (Ballade van de gasfitter) VI

[877B] (Ballade van de gasfitter) VII

[878B] (Ballade van de gasfitter) VIII

[879B] (Ballade van de gasfitter) IX

[883] (Ballade van de gasfitter) X

[884] (Ballade van de gasfitter) XI

[885] (Ballade van de gasfitter) XII

[881B] (Ballade van de gasfitter) XIII

[882B] (Ballade van de gasfitter) XIV

[888] Necrologie

[891] Keldergat

[893] Recherche

[895] Daggelder

[896] Clair-obscur

[897] Contrapunt

[898] Gorge de Loup

[899] Vervaldag

[901] Nachtpauwoog

[902] Conjugatie

[903] Acoustiek

[907] Planimetrie

[908] Weerkunde

[909] Tuinbeeld

[910] Grafwinkel

[911] Ichthyologie

[912] Begrafenis op Westduin

[913] (Ik loop in doodvacantie door den Haag.)

[914] (De ogen glanzen en de wangen gloeien.)

[915] (De diepten van de warenhuizen in)

[916] (Stippen bewegen in een oertoestand.)

[917] (Soms, in een etalage, komt gij voor,)

[918] (De stilte staat geschilderd in de straat)

[920] Gemeentereiniging

[921] (De blikken van voorbijgangers braveren.)

[924] Nachtwaker

[925] Schuddegeest

[929] Topografie

[931] Rorschach

[932] Comptabiliteit

[933A] Stenografie

[935] Nostalgie

[936] Villégiatuur

[937] Tuinarchitect

1953-1962 [938] Mania religiosa

[939] Brood en stenen

[940A] Buitengoed

[942] (Risico) II

[943] Hallucinatie

[944] Sympathicus

[945] Tijdbarrière

[946] Flash-back

[950] (10 Mei) II

[951] Wandeling met tante

[952] Terra incognita

[953A] Ad interim

[956A] Aquarium

[957] Longitude

[958] Cataclysme

[960] Ebenhaëzer

[964] Fait accompli

[965-966] Twee bergen [965A] Tabor

[967] Draaiboek

[968A] Depersonalisatie

[969] Kroondomein

[972] Jachtopziener

[974] Huisknecht

[975A] Tuinbeeld

[977] Rentmeester

[978] Verslaggever

[979] Beau lieu

[980] Reservaat

[981] Zwevende claim

[975B] Tuinbeeld

[983] Aanstalte

[984] Reikwijdte

[985] Recreatie

[986] Potentieel

[989] Cross-country

[994] Watersnood

[995] Chauffeur

[996] Tweede meisje

[997] Sluitrede

[999] Refractie

[1002] Zonneleen

[1003] Microcopie

[1004] Rollend materieel

[1006] Ultra montes

[1007] Isotopen

[1008] Huisbewaarder

[1009] Mon trésor

[1010-1013] Ballade van de tijd [1010] Memorandum

[1011] Tête à tête

[1012] Dies irae

[1014] Drieluikje voor Jany

[604B] Papyroline

[807B] Transplantatie

[1015] Critische massa

[848D] Fall-out

[933B] Stenografie

[940B] Buitengoed

[953B] Ad interim

[956B] Aquarium

[968B] Depersonalisatie

[1016A] Anti-materie

[1016B] Anti-materie

Appendix A [1] ([zij stonden op hetzelfde grondgebied])

[2] (De dag is als een lei, dof en gewoon)

[3] (windstrepen Bloed[vaten] liggen in de lucht,)

[5] (Koren staat rechtop in het land gegrift)

[6] (Plunderend raast de wind [voorbij het raam])

[7] ([Bij nacht] komen de vuilnismannen vegen.)

[8] ([God heeft u elke dag] voor mij vervroegd)

[9] (In Juni heeft het groen de oppermacht;)

[10] (Nest van het niets boven de bosrand)

[11] (Al wat nu waait is Januariwind)

[12] ([Verzinken in harmonicamuziek])

[13] (De naden der natuur komen weer bloot)

[14] ([Het bos is in het vers teruggegroeid])

[15] ([Onder de vloeipapieren van het licht])

[17] ([Ik laat de avond in u] overstaan)

[18] (Het huis [draagt] weer een roos achter het oor)

[19] ([De wolken staan verjaard] in het toneel)

[20] (De stilte staat geheiningd [door u heen])

[21] (Diep [vat van honig] de herinnering)

[22] (De zon hangt [portretten aan de bomen])

[23] (De holle vaten van het najaar klinken)

[24] (Ik loop weer vol met mos en ander kruid)

[25] (Mijn eerste weemoed heb ik daar geroken)

[26] (Het huis [staat] voor mij uit zijn jaartal op)

[27] (Dichtgemetseld in mist zijn de vogezen)

[28] (Dauw legert om het huis de ganse nacht)

[29] (op [dienstreis] onder in de gloed der lanen)

[30] (De ruilverkaveling [heeft] aangevangen)

[31] (Novemberland van lood, de herfstman gaat)

[32] (Vannacht is zij de weg weer uitgekomen)

[33] (Kiezel en kosmos hebben u gemeen)

[34] (['k Verlies u geen moment meer uit het oog])

[35] (De zaterdag staat nog helemaal open)

[36] (Gij, uit gedichten opgebouwd, vertelde)

[37] (De wereld over mijn jeugd gaat weer dicht)

[38] (Nevelkamer van Wilson is)

[39] (Vergeestlijkt staan de [lariksen])

[40] (Bomen [stonden] het water in te spoken)

[41] (Het is de morgen nog van ommekeer)

[43] (Dun glas tussen de bomen uitgespannen)

[44] (De stille muren van de mist verrijzen)

[45] (De haringvrouw was vriendelijk vandaag)

Appendix B [1] De duidelijke Dr of Geharrewar met Zeydje

Alfabetisch register van titels en beginregels