Gedichten. Deel 1. Teksten
(2000)–Gerrit Achterberg– Auteursrechtelijk beschermd[666] Afval(aant.)Armte, die over is:
uitstervende eenzaamheid,
afval van bitterheid,
berusting, die dit lied
5[regelnummer]
zijn schamelheid verleent.
Ik ken de avond als voorheen
omwonden van een donker land,
maar ik ga er niet meer heen.
Wiens vuur tot aan het eind opbrandt
10[regelnummer]
zit bij de asch alleen en weent
terwijl zijn droom de wegen gaat
door een helder, onverwoestbaar land,
glinsterend in de doode haard.
|
|