Gedichten. Deel 1. Teksten
(2000)–Gerrit Achterberg– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 489]
| |
[971] Dryade(aant.)Ik heb de linde heilig doen verklaren,
die 'k in de verte voor een vrouw aanzie.
Op een afstand is hij het bovendien:
de stam een lichaam, klederen de blaren.
5[regelnummer]
Kon ik het juiste ogenblik uitsparen
van de verandering, dan zou ik zien
hoe zij terugtrekt in haar effigie
en dat fotograferen en bewaren.
Daarvan een film opnemen, het proces
10[regelnummer]
was dan omkeerbaar, ik kon eigenmachtig
bedoelde phase zoveel snelheid geven,
dat zij opeens de boom voorbij ging leven,
de schijn ontsnapte en onzer indachtig
mij tegemoetliep uit die blinde bres.
|
|