Gedichten. Deel 1. Teksten
(2000)–Gerrit Achterberg– Auteursrechtelijk beschermd[671] Trance(aant.)Gij gaaft het huis de stilte.
Aan de muur van uw afzijn
liggend, voel ik niet de kilte
noch de hardheid van de steen.
5[regelnummer]
De elementen zâmen
zich tegen haar omhoog.
Het dondert voor de ramen.
De bliksem boogt.
En zon en sneeuw vergaan er
10[regelnummer]
tot avond en tot asch.
De tijd wordt telkens later
dat ik was.
Van eeuwigheid beslapen
de kamer, waarin diep
15[regelnummer]
onder de sluimer uwer name
wie hier om u insliep.
|
|