Gedichten. Deel 1. Teksten
(2000)–Gerrit Achterberg– Auteursrechtelijk beschermd[973] Diana(aant.)Tijdens de middagpauze inderhaast
oververteld met wind en zaligspreken,
gaat ons gesprek de stilte ruggespreken,
buigen de struiken op het eerste teken,
5[regelnummer]
leven de lovers, fluisteren de beken,
tot plotseling de waldhoorn wederkaatst.
Dan moet de haas zijn boodschap onderbreken;
luistert het zwijn, secondenlang verbaasd.
Terwijl ik sliep of het een doodsslaap was
10[regelnummer]
woedde een tekenfilm: Diana joeg
over het doek achter de meute aan.
Maar voor de honden uit rende het gras;
groeide reusachtig om het huis. Ik sloeg
mijn ogen op en zag de huisknecht staan.
|
|