Gedichten. Deel 1. Teksten
(2000)–Gerrit Achterberg– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 450]
| |
[910] Grafwinkel(aant.)Ik was vannacht weer toe aan uw bestaan,
waarin de dood nergens viel op te merken.
Bij de steenhouwer stonden de grafzerken
nog overeind zonder letters er aan.
5[regelnummer]
En ook met die van u was niets gedaan;
een spiegelvlak, gereed om te bewerken,
zo beitelnieuw, dat hij bij alle kerken
zou kunnen liggen onder elke naam.
Ik heb niet meer geweten wie hem kocht.
10[regelnummer]
Wij zagen ons een ogenblik weerkaatst,
maar liepen door, dieper het leven in.
Later, alleen, keerde ik terug en zocht
ergens vergeefs een verse opening;
geen steen was ogenschijnlijk van zijn plaats.
|
|