Gedichten. Deel 1. Teksten
(2000)–Gerrit Achterberg– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 206]
| |
[426] Wandeling(aant.)(voor Eddy) Wat nimmer vers geworden was
heb ik den vriend beleden
in woorden, stroef en wars
als hars, en zeer ten deele.
5[regelnummer]
Met mij in het moeras
ging hij tusschen de steelen
van een helwit albast.
Ik weet niet, hoe ik genas
achter zijn dichte oogleden,
10[regelnummer]
van angst om dit gewas.
Maar toen hij weer ziende was,
stonden er bloemen, vreemde,
nog zonder naam in het gras.
|
|