Gedichten. Deel 1. Teksten
(2000)–Gerrit Achterberg– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 344]
| |
[729] Beklemrecht(aant.)Al deze goederen in de doode hand:
karpet en lampekap, buffet en boeken,
ganglooper, tafellaken, schoorsteendoeken,
keukengerei, verlaten ledikant,
5[regelnummer]
hielden na elke boedelscheiding stand.
Ik loop hier tusschen als een hond te zoeken.
Misschien vertoeft gij nog in een der hoeken,
want ieder pand wordt tot een onderpand.
De steden breiden uit, het net wordt dichter,
10[regelnummer]
waarin uw huizing opgeteekend ligt
alsof er al een streep door is gehaald.
Maar onvervreemdbaar gaat het van de stichter
op eigenerfde; bij het veemgericht
van dit gedicht is het opnieuw bepaald.
|
|