Gedichten. Deel 1. Teksten(2000)–Gerrit Achterberg– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 428] [p. 428] [877A] (Ballade van de gasfitter) VII(aant.) Bij 't krieken van de dageraad op pad, de slaap nog in de ogen, schijnen mij het eerste uur de straten vogelvrij, al heeft het einddoel ergens post gevat. 5[regelnummer] Een ongekend veilig gevoel is dat. Iemand van de directie fietst voorbij. Ik groet, doch hij kijkt nauwelijks opzij. Zeker weer ruzie met zijn vrouw gehad. Misschien vindt hij het enigszins verdacht, 10[regelnummer] dat hij me aantreft in gemeentewijken, waar voor een fitter niets valt te bereiken. Er woont een jong en roekeloos geslacht bij ander licht. Ik ben gesignaleerd. Daarom mijn schreden naar de stad gekeerd. Vorige Volgende