Gedichten. Deel 1. Teksten
(2000)–Gerrit Achterberg– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 287]
| |
[615] Dracht(aant.)Er is een mensch in mij geweest,
en nu beweegt een doode zich
van strottenhoofd tot middenrif
en vindt een weg naar hiel en wreef;
5[regelnummer]
stijgt in het ruggemerg omhoog;
hartkleppen laten uit en in
wat voortaan zonder ziel of zin
moet circuleeren in een boog
binnen het wezen dat ik ben,
10[regelnummer]
als ik niet wederbaren kan
wat eenmaal buiten mij bewoog.
Dit is er de potentie van,
o lied, dat nimmer loog.
|
|