Gedichten. Deel 1. Teksten
(2000)–Gerrit Achterberg– Auteursrechtelijk beschermd[866] Gehenna(aant.)Ik ben de zwakke plek in het heelal.
Het blinde lek, tijdens uw dood ontstaan,
doet het verslappen en naar binnen slaan,
waar ik mij verder ook bevinden zal.
5[regelnummer]
Overal in het rond verrijst een wal,
wentelend met zijn helling op mij aan.
Onder mijn voeten voel ik de grond gaan.
Ik loop mij dood omdat ik anders val.
En kom geen stap vooruit. De sterren gaan
10[regelnummer]
vrij en vanzelf hun voorgeschreven baan.
Winden en dieren trekken om mij heen.
Ik blijf in deze tredmolen alleen.
God wil een deuk verdrijven uit zijn bal,
waarbij ik wedloop met zijn vingertal.
|
|