Gedichten. Deel 1. Teksten
(2000)–Gerrit Achterberg– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 321]
| |
[687] Continuïteit(aant.)Gij gist in mij met ongestorvenheid.
Wie gij zonder uw dood had kunnen zijn
wil met zijn voortzetting tesamen zijn,
volgens de wet der continuïteit.
5[regelnummer]
Aan beide zijden van de spa die splijt,
kronkelt de worm en weet zich zonder eind.
En de geamputeerde voelt nog pijn
in voet of hand die hem is afgezet.
Zoo ook beweegt zich langs dezelfde lijn
10[regelnummer]
van onze zielen de saamhoorigheid,
stip en gedachtestreep ten spijt.
|
|