Gedichten. Deel 1. Teksten
(2000)–Gerrit Achterberg– Auteursrechtelijk beschermd[278] Huis(aant.)Huis, ik bewoon u nog.
Uw lampen schijnen in mijn ziel,
alsof ze met u samenviel,
en geen ruimte vermag
5[regelnummer]
zijn duisternissen in te doen
tusschen het licht van nu en toen.
Uw dingen glanzen zwaar in mij
van eeuwigheid, er is voorbij
de dood geen onderscheid met dit,
10[regelnummer]
behalve dat ik nog bezit
de tijd, waarin het nederligt
tot een gedicht.
|
|