Gedichten. Deel 1. Teksten
(2000)–Gerrit Achterberg– Auteursrechtelijk beschermd[856] Equinox(aant.)De nacht is in de hond en in het huis.
Ik zit vol ebbenhout aan u te denken,
hoe de ivoren ballen elkaar krenken
met open klikken door de spreektrombuis.
5[regelnummer]
Ik heb nog duizend dikte, zonder gruis,
voor onvoltooide lengte, nu de zinken
teilbodemen het verre donker drinken,
totdat de waters passen in de sluis.
Dan gaat de hoogte langzaam naar beneden
10[regelnummer]
en dalen wij met trappen zonder treden
langs overlopen naar de buitendeur,
die openstaat op alle sterrebeelden,
waarin wij elkaars hemelen verdeelden
en geen verwisseling stelt ons teleur.
|
|