Gedichten. Deel 1. Teksten
(2000)–Gerrit Achterberg– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 16]
| |
[25] Avond(aant.)Het licht pulpt op de boomen,
vroom en zuiver dienen de lampen
in stil-strengen neerhang:
blanke waak
5[regelnummer]
boven het drijvend avonduur
dat heenlekt bij de klok.
Ik zit met de zoete motten
die neervlinderen;
onder de zacht gekapte helheid
10[regelnummer]
van lampen
en een eeuwige verstilling
spreekt aan het open raam
Rust vult de openheid
tusschen zwaaravondsche muren...
|
|