Gedichten. Deel 1. Teksten
(2000)–Gerrit Achterberg– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 350]
| |
[739] Het weer is goed(aant.)Ik dacht bij haar te vinden wat ik zocht.
Ik klopte op haar deur.
Ze liet me in. Ze zat alleen.
De lamp hing in een strakke schijn.
5[regelnummer]
Ik dacht: hierbinnen zal het zijn.
En 't heeft een oogenblik geleefd.
Was hare hand niet witter dan het licht?
En stiller dan de stilte van
't vertrek, dat hield den adem in?
10[regelnummer]
Maar het verwerd, en gaande-weg
kwam ze op me toe als iedereen.
Ze zei: we zullen wandelen, zeg.
Het weer is goed. De weg is recht.
|
|