Gedichten. Deel 1. Teksten
(2000)–Gerrit Achterberg– Auteursrechtelijk beschermd[858] Droomlot(aant.)Je toonde me vannacht de kamers weer;
geheel dezelfde. 't Werd de eerste keer
dat ik ze zag van duizend malen meer.
Jij was toen nog mevrouw en ik meneer.
5[regelnummer]
We stonden waar wij later zouden leven.
Er was nog niets over ons heen geweven.
Zo is het tussen ons een tijd gebleven
en daarna kwam je voornaam op een keer.
In deze doodslaap heb ik terug gekund
10[regelnummer]
door andere adressen voor te geven
en weg te gaan eer ik ontwaken zou.
Dan was ik nu misschien handelsagent
of bij mijn vader op het dorp gebleven
en trouwde later een gewone vrouw.
15[regelnummer]
Maar nu ik wakker ben is om het even
wat op die drempel wankelde en wou
en heeft het noodlot mij geen stap gegund.
|
|