Gedichten. Deel 1. Teksten
(2000)–Gerrit Achterberg– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 419]
| |
[859] Nocturne(aant.)Doodovertroffen staan de nachtbomen
achter het raam, er is een streep maanlicht
tussen de wolken, verder alles dicht
tot in de kamer toe met duister en
5[regelnummer]
zo onbewegelijk, alsof ik ben
verlaten van mijzelf, zonder gezicht
geen ledematen, tijdelijk ontwricht
de hartslag en de stroom der bloedvaten.
Misschien dat ik mij nimmermeer herken,
10[regelnummer]
wanneer ik morgen opsta en het raam
open op nieuwe werelden, ik ben
bijna bij u, alleen de eigen stem
komt uit de verte ergens nog vandaan
en blijft het onderwijl belemmeren.
|
|