Gedichten. Deel 1. Teksten
(2000)–Gerrit Achterberg– Auteursrechtelijk beschermd[407] Ontslag(aant.)De straten doen zich voor,
alsof ik weer behoor
bij deze zichtbaarheden:
melkboer en bode rijden;
5[regelnummer]
daar is het postkantoor.
Ik kan weer brieven laten glijden
in gleuven, en gedichten schrijven
op trambalcon en corridor.
De overtuiging is gebleven,
10[regelnummer]
dat ik u nog ontmoeten zal
in avondpark of winkelhal.
Het nieuwe stadsdeel schijnt de ziel;
of gisteren een vesting viel
zijn de glazuren steenen,
15[regelnummer]
als stolde er mijn weenen.
O woud van tijd, verhelder
dit oerbeeld voor mijn oogen;
ik ben beroofd van luister
en door den dood bedrogen.
|
|