Gedichten. Deel 1. Teksten
(2000)–Gerrit Achterberg– Auteursrechtelijk beschermd[331] Gedaante(aant.)Ik kan de morgens enkel in,
zoolang nog een gedaante staat
tegen de verre avondkim,
die tegen beter weten in
5[regelnummer]
om mij den dood verlaat.
Het is het nachtelijk geding
tusschen mij en den dood,
dat zij, alleen omdat ik zing
haar namelooze mindering,
10[regelnummer]
niet meer voorgoed de oogen sloot.
|
|