Gedichten. Deel 1. Teksten(2000)–Gerrit Achterberg– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 430] [p. 430] [881A] (Ballade van de gasfitter) XI(aant.) Na jaar en dag hervinden wij de fitter in 't ouwemannenhuis. Zijn haar is wit; een kindse vent, die in een stratengids namen te spellen zit, letter voor letter. 5[regelnummer] Tafel en bed heeft hij te delen met postbode, wisselloper en loodgieter. Hij krijgt gedurig op z'n sodemieter, omdat hij altijd op het eten vit. Er is tot aan zijn dood voor hem gezorgd. 10[regelnummer] Begrafenis- en ziekegelden lonen de moeite om weldadigheid te tonen en maken dat de vader hem niet worgt. Publieke werken gaf hem onderdak. Hij mag beschikken over pruimtabak. Vorige Volgende