Gedichten. Deel 1. Teksten
(2000)–Gerrit Achterberg– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 118]
| |
[259] Woord(aant.)Gij zijt den grond gelijk gemaakt.
Regen is tot u ingegaan,
en sneeuw zinkt in u saam.
Winden waaien u naakt.
5[regelnummer]
Het licht blijft in uw oogen staan,
alsof gij heden zijt ontwaakt.
Maar zij volgen zon noch maan.
Geen ster wordt aangeraakt.
Voorzoover het mijn bloed aangaat,
10[regelnummer]
zijt gij van ieder element
verzadigd en voldaan.
En nochtans moet het woord bestaan,
dat met u samenvalt.
|
|