Gedichten. Deel 1. Teksten
(2000)–Gerrit Achterberg– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 263]
| |
[563] Oppervlaktespanning(aant.)Ik lig aan u te denken in de dood.
De oppervlaktespanning van mijn wil
zet binnen dit heelal
elke beweging stil:
5[regelnummer]
de parabool, de vrije val,
de rechte klimming en 't getal
dat altijd anders worden wil -
stulpt buiten mijn bestaan
onderbewustzijn naar u uit.
10[regelnummer]
Dit automatische besluit
(de spanning aan mijn oppervlak)
ontgaat het brein zooals een cel
zich van de moeder scheidt.
Geboorteplooien trekken strak.
15[regelnummer]
Een goddelijk bevel
is overal. Een omloopbaan
wordt autonoom. Daar tegen aan
ontstaat de groei, de eerste zoom
van druiventrossen leefbegin,
20[regelnummer]
zoekende middelpunt en zin
de leegte in, tot een geheel
zoo vol is, dat een hart
gaat kloppen, onvervaard.
|
|