| |
| |
| |
Alfabetisch register van titels en beginregels
A
Aan de morgen is nauwelijks begonnen 500 |
<Aan den dood> 108 |
<Aan den regen> 90 |
Aan handen ingeschapen, 150 |
Aan het roer dien avond stond het hart 33 |
Aanhalingstekens 382 |
Aanspraak 305 |
Aanstalte 497 |
<Aanval> 175 |
<Aanwezigheid> 83 |
Aarde 131 |
Aardrijkskunde 233 |
Aarzeling 315 |
Accomodatie 135 |
Achter de Pyreneeën hurkt het beest 353 |
<Achter den dood> 109 |
Achter den dood verschanst 109 |
<Achter het einde> 49 |
Achter hooge boomen kwam een 25 |
Achtergebleven 48 |
Achternamiddag leeg en uitgeloogd 76 |
Achttien aminozuren waren 339 |
Acoustiek 446 |
Acrobate 326 |
Ad interim 475, 522 |
Adam 345 |
Afreis 375 |
<Afscheid> (Het was een avond in de winter - vuur) 33 |
Afscheid (Ik zie haar klein geworden schreden in de verte;) 47 |
Afscheid (Nu het weer is bijeen gebracht:) 309 |
Afspraak (De zomeravond en de dood zijn in de kamer) 284 |
Afspraak (Nu de lantarens aangaan in de schemer,) 186 |
<Afvaart> 33 |
Afval 310 |
Ajalon 438 |
Al deze goederen in de doode hand: 344 |
| |
| |
Al deze zachtheid in mijn avondbed 57 |
Al sta ik in uw vleesch geaderd 359 |
Al wat nu waait is Januariwind 534 |
Al zijt gij in onnoembaarheid, 303 |
Albast 277 |
Alle deurknoppen 208 |
<Alleen> 84 |
Alles zinkt van mij af, ik draag geen wereld meer 89 |
Als ik aan u begin te denken, 286 |
Als ik de draden onderzocht, 275 |
Als ik de naald zet op het eboniet, 235 |
Als ik Jean Giono lees krijgt het leven 387 |
Als ik met tante op de weg loop is het net 474 |
Als op de 10e Mei moeders en meisjes gaan 473 |
Als 't opendubben van de tulpen, 15 |
Als vele microben op ruiten en ramen 293 |
Alsof ik nimmer bij u sliep, 137 |
Altijd maar door... 11 |
Aluminium 264 |
<Ambacht> 101 |
Ambacht achter oogleden 101 |
Ambtman 194 |
Amethist 370 |
Anaconda 499 |
Angriff 175 |
Anjers 287 |
Anti-materie 526, 527 |
Apostrophen 421 |
Aquarium 478, 523 |
Aquarium van licht 270 |
<Arbeidsvermogen van beweging> 209 |
Arbeidsvermogen van plaats 265 |
Arceering 316 |
Arenden 286 |
Armte, die over is: 310 |
Asbelt 392 |
Asbest 277 |
<Asyl> 201, 213, 214, 294 |
<Asyl i> 220 |
<Asyl ii> 214 |
<Asyl iii> 229 |
<Asyl iv> 233 |
| |
| |
Atoombom 369 |
Aureool 307 |
Aurora 462 |
Auschwitz 355 |
Autisme 447 |
Autoclaaf 420 |
Autodroom 360 |
<Autografie> 449 |
Autogram 306 |
Avond (Duldig staan in avondgrijzen) 6 |
Avond (Gij brandt in wolken op tegen het westen) 410 |
Avond (Het licht pulpt op de boomen,) 16 |
Avond van schapevacht en pauwenogen 445 |
Avondhemel, toegegrendelde geheimen 76 |
Avondkerk 5 |
Avondmaal 331 |
| |
B
Baaierd 187 |
Baarmoeder 280 |
Backward 255 |
Baedeker 459 |
Bakeliet 279 |
Balans 177 |
Ballade van de gasfitter i 425, 431 |
Ballade van de gasfitter ii 425, 431 |
Ballade van de gasfitter iii 426, 432 |
Ballade van de gasfitter iv 426, 432 |
Ballade van de gasfitter v 427, 433 |
Ballade van de gasfitter vi 427, 433 |
Ballade van de gasfitter vii 428, 434 |
Ballade van de gasfitter viii 428, 434 |
Ballade van de gasfitter ix 429, 435 |
Ballade van de gasfitter x (Op elke drempel staat een flatbewoner) 429 |
Ballade van de gasfitter x (Van alle kamers gaan de deuren open) 435 |
Ballade van de gasfitter xi (De gasfabrieken draaien op hun as) 436 |
Ballade van de gasfitter xi (Na jaar en dag hervinden wij de fitter) 430 |
Ballade van de gasfitter xii (Het hoofdbestuur van 't christelijk vakverbond) 436 |
Ballade van de gasfitter xii (In 't eind sloten zijn ogen zich voorgoed) 430 |
Ballade van de gasfitter xiii 437 |
Ballade van de gasfitter xiv 437 |
Ballade van de tijd 514, 515 |
| |
| |
Ballade van de winkelbediende i 415 |
Ballade van de winkelbediende ii 415 |
Ballade van de winkelbediende iii 416 |
Ban 379 |
Bazalt 281 |
Beau lieu 493 |
Bede 133 |
Beelden van Zadkine stonden moeders daar 504 |
Begrafenis op Westduin 451 |
Bekeering (God scherpt zijn wet op deze steen,) 233 |
<Bekeering> (Gij hebt het hoog geheim doorbroken, Heere Jezus,) 233 |
<Bekeering i> 233 |
<Bekeering ii> 233 |
Bekend geraakt bij honderdduizend man, 480 |
Beklemrecht 344 |
<Belijdenis> 65 |
<Bendien> 293 |
Benjamin Franklin-hoofd. Braamzwarte oogen 193 |
Bergwandbewoners met rotskiezelogen, 409 |
‘Beumer & Co.’ 124 |
<Bevrediging> 55 |
Bevroren zomeravond uit de bus 422 |
<Bezinning> (De dingen zijn nu zoo dichtbij dat ik) 86 |
Bezinning (Heen zijn, vers worden en verblijven) 118 |
Binnen de engelen, een wolk aaneen, 448 |
Binnen het stugge duister van den dood 116 |
Binnen u, o lied, kan het niet hinderen, 213 |
Binnenhuisarchitectuur 173 |
Blauw 276 |
Blauwe toornruit, waar 'k u dood in sla 461 |
Bloed 100 |
Bloed, drinkplaats van engelen en hinden 100 |
<Bloedgehalte> 208 |
Bloedwraak 402 |
Bloei (En het gras lispelt naast het gras) 258 |
<Bloei> (Ik bloei van binnen met de dood tot bloem,) 84 |
Bloei (Vogels blijven ontwaken) 145 |
Bloeiende anjelieren in de nacht 287 |
Bloem 269 |
Bloemen 100 |
Bloemen, waarin wij bloeien zonder bodem, 100 |
Blokkeering 356 |
| |
| |
Blijf in mijn oogen, die u zien, gelooven 116 |
Boelhuis 536 |
Bolero van Ravel 121 |
Bolwerk 126 |
Bomen die buiten zijn, een nacht vol blad 447 |
Bomen, die uit het beeld bestaan, 404 |
Bomen [stonden] het water in te spoken 543 |
Borsten rijzen als sterren in 261 |
Boven dit eindeloos moeras: 121 |
<Branding> 221 |
Brei 277 |
<Bron> 211 |
Brons 268 |
<Brood en spelen> 467 |
Brood en stenen 467 |
Bruid van den dood, gij zijt geschonken 248 |
Bruidegom 365 |
Bruidslied 248 |
Bruiloft 381 |
Bruiloftslied 149 |
Buiten valt zijdeachtig licht naar binnen 497 |
Buitengoed 468, 521 |
Burcht 267 |
Bij een zondagnamiddagwandeling 493 |
Bij het verlaten luisteren naar radio beneden mij 59 |
Bij het weerzien valt niets aan je te merken 514 |
[Bij nacht] komen de vuilnismannen vegen 533 |
Bij perioden was hij demon en weer dichter 87 |
Bij 't krieken van de dageraad op pad, 428, 434 |
Bijeen te dichten, woord na woord, 314 |
<Bijenkorf> 453 |
| |
C
Camera Obscura 302 |
Cartering 417 |
Cartografie 327 |
Castrup 374 |
Cataclysme 481 |
Cel 201 |
Cellophaan 270 |
Celluloid 280 |
<Centrifuge> 209 |
| |
| |
Chanson triste 205 |
Chaos 142 |
Chauffeur 504 |
<Cherubijn> 245 |
Chrysoliet 409 |
Cirkel 123 |
Citroenen uitzicht in de gele tram 242 |
Clair-obscur 443 |
Claude Monet 311 |
Close-up 254 |
Code 330 |
Code civile 243 |
<Cogito ergo sum> 343 |
Columbus i 172 |
Columbus ii 172 |
Complementair is het de vaste som 507 |
Complementariteit i 336 |
Complementariteit ii 336 |
Complementariteit iii 337 |
Complementariteit iv 337 |
Comptabiliteit 461 |
Concave 327 |
Conjugatie 446 |
Conserven 322 |
Constante 298 |
Contact 123 |
Continuïteit 321 |
Contract 120 |
Contrapunt 443 |
Convexe 323 |
Corrosie 253 |
Creatie 332 |
Crêpe 278 |
Critische massa 518 |
Cross-country 500 |
Cumuli 448 |
| |
D
Daar in de blauwe lucht 8 |
Daemon 244 |
Dag, laat mij over aan de nacht 469 |
Dagboek 295 |
| |
| |
Daggelder 442 |
<Daimon> 244 |
Damascus 329 |
Dan ben je bijna een bol 326 |
Dan, op klaarlichte dag bij u aan 't werk, 425, 431 |
<Danaïde> 221 |
Danaïde van Rodin 221 |
Dans (De blanke vloeren van den morgen drijven) 249 |
Dans (Ik blijf u binnen mij bereiken) 144 |
Dat het hier dag zal worden zonder mij... 375 |
Dat nimmermeer de dag ontvonke: 286 |
Dauw 19 |
Dauw legert om het huis de ganse nacht 539 |
De aarde draait met uw graf om haar as 123 |
De armen hangen als lianen neer 193 |
De avond heeft een achtergrond van groen 470 |
De avond houdt de lauwe vlag 48 |
De avond krijgt metaal om zich te sluiten 484 |
De avond laat zich met mij in 169 |
De avond ligt in flessengroen gesloten 372 |
De avond overmant uw dood 217 |
De avond valt grondzwart onder de sterren, 58 |
De avonden gaan in u neer 161 |
De bergen dalen bij mij in met treden, 443 |
De bevende binnenkomst 221 |
De binnenzoomen van den dood 206 |
De blanke vloeren van den morgen drijven 249 |
De blikken van voorbijgangers braveren 455 |
De bloemen van uw leven bloeien nog 269 |
De bomen waren tot een staalgravure 403 |
De bruid zingt 74 |
De buitenmuren van uw dood verrezen 341 |
De circulatie van uw roerend goed 356 |
De collaborateurs, de snorkers van vandaag, 473 |
De dag heeft in de verte aan u deel 424 |
De dag is als een lei, dof en gewoon 531 |
De dag is buiten u begonnen 205 |
De dag schiet vol aparte ogenblikken 508 |
De dagen gaan uit u verloren, 172 |
De dagen hebben bladeren gekregen 299 |
De deur had geen geluid gegeven; 178 |
De dichter is een koe 99 |
| |
| |
De diepten van de warenhuizen in 452 |
De dikke dronken zwermen van gevoelen 346 |
De dingen hebben een naamgenoot 324 |
De dingen komen nu vertrouwlijk bij de sêrre: 315 |
De dingen zijn nu zoo dichtbij dat ik 86 |
De donkere morgenregens 106 |
De dood brandt u uiteen 220 |
De dood deed ons uiteen 392 |
De dood is om, gij buigt 326 |
De dood laat geen gedicht meer toe 107 |
De dood schokt zijn kristallen in mij vast 256 |
De doode regen heeft de plaatsen aangetast, 56 |
De doove wind staat om de blinde muren 40 |
De droeve dag nog nauw geboren 9 |
De dubbelzinnigheden, 300 |
De duidelijke dr of Geharrewar met Zeydje 547 |
De engelen hebben zich aan u gehecht 287 |
De gang naar 't graf is zoo langzaam, 11 |
De gasfabrieken draaien op hun as 436 |
De gek en de spiegel 97 |
De gouden morgen waast tot werklijkheid 400 |
De groene duiventil voor ‘Mon trésor’, 513 |
De grond heeft droom gehouden waar gij ligt 337 |
De gruwelen van Dachau hangen tegen 390 |
De hanen kraaien onraad, simultaan 408 |
De haringvrouw was vriendelijk vandaag 544 |
De helling schuift met bloemkastelen dicht 420 |
De hemelen houden mijn gelaat geloken, 54 |
De herfst wordt weer met boomen geel en rood; 339 |
De holle vaten van het najaar klinken 537 |
De honden in mijn hoofd 223 |
De huisbewaarder van het hol kasteel 512 |
De huizen staan zo doodstil thuis 395 |
De huizen staan zoo doodstil thuis 64 |
De kamer kraakt met kreten in het hout 362 |
De kelder van de morgen ingedaald, 455 |
De kerken ochtend bouwt 280 |
De klok regeert de kamer 34 |
De klok verheft en daalt 243 |
De koudepunten van uw dood 232 |
De krachten, vrijgekomen met uw dood: 343 |
De lagen van uw huid 318 |
| |
| |
De lauwe visschen van de warme morgen 357 |
De lente en de dood gaan saam 30 |
De levenskracht die gij eenmaal bezat 330 |
De liefde 13 |
De Liefde komt mij ingehouden nader 12 |
De maan heeft u vannacht bekend gemaakt 407 |
De maan heeft u vannacht bestraald 187 |
De maan houdt u omhoog 279 |
De mantel dood is om mij heen 120 |
De mens is voor een tijd een plaats van God 460, 520 |
De middag maakt een blauwdruk van de stad 458 |
De morgen heeft vaste onderdeelen 211 |
De morgenmerel gorgelt 241 |
De morgens stonden hecht 145 |
De nacht doet nog geen oogen dicht 267 |
De nacht is in de hond en in het huis 417 |
De nacht liet het verlies in droom genezen 132 |
De nacht wordt transparant als een septembermiddag 91 |
De nachten doen u langzaam in elkaar, 442 |
De naden der natuur komen weer bloot 535 |
De nederige dagen van November 477 |
De ogen glanzen en de wangen gloeien 452 |
De oogen, uitgezien, zijn hard en bitter 89 |
De radio-engelen zingen 283 |
De regen deelt het donker hart 29 |
De reiger 8 |
De rubber van uw leven rekt zich uit 323 |
De ruilverkaveling [heeft] aangevangen 541 |
De ruimte, die u verliet, 212 |
De schemer tekent u ten voeten uit 469 |
De schemer valt als grond 296 |
<De slag> 32 |
<De slaper en de dood> 38 |
De sneeuw daalt in uw schedel neer: 281 |
De sneeuw voedt het plafond met wit, 407 |
De spoorbaan langs, onder het viaduct 352 |
De stad 97 |
De stad is overvol van uw microben 291 |
De stad staart in de stad 97 |
De steendeuk zit nog in de vloer 438 |
De steenen merken u van deze straat 320 |
De stille motten hangen om de lamp 414 |
| |
| |
De stille muren van de mist verrijzen 544 |
De stilte staat geheiningd [door u heen] 537 |
De stilte staat geschilderd in de straat 454 |
De stormen nemen toe, de avond 48 |
De straten doen zich voor, 192 |
De straten zwierven met het sneeuwen mede, 46 |
De strenge grenzen van den dood 246 |
De torens hadden een stilheid bereikt 50 |
De tranen over Gerard Temme zijn 439 |
De tuinbaas, met zijn valse bakkebaarden 492 |
De tijd hangt naar u toe 320 |
De tijd staat met u afgenomen 517 |
De tijd vouwt u naar binnen 279 |
De verdronkenen (Hun hoofden hebben zij bijeengelegd) 73 |
De verdronkenen (Misschien zijn ze niet meer voorgoed verdronken,) 159 |
De verlaten reiziger 9 |
De verlaten reiziger 9 |
De verloren zoon 69 |
de 4 is vierkant manlijk 231 |
De vliegende Hollander 192 |
De vroegte van mijn leven, die ik wedervind 78 |
De vruchten in de hof hadden zich stil bezonnen 77 |
De wateromval bruist 241 |
De weg is ochtenddicht. Mijn fiets rijdt snel 365 |
De wegen liggen in een reis. Wij gaan 438 |
De wereld houdt met u bemoeienissen 441 |
De wereld is vergaan 34 |
De wereld over mijn jeugd gaat weer dicht 542 |
De wereld wordt van binnen een meloen 403 |
<De wil der wegen> 51 |
De wind en haar kleeren lagen nog saam 49 |
De wind heeft het leed vernield 315 |
De wind heeft zich verkoren 197 |
De wind in de winterhagen 169 |
De wind is deze nacht weer lang, 257 |
De wind laat in mij leeg 325 |
De wind laat in zichzelve binnen 119 |
De wind lacht... 7 |
De wind staat in de eiken als een zee 371 |
De wind vertelt het zonder het te weten 355 |
De wind waait, wijd 7 |
De witte boomen van het paradijs 306 |
| |
| |
De witte tocht 41 |
De wolken hangen in een net van licht 377 |
[De wolken staan verjaard] in het toneel 536 |
De woorden, die ik noodig heb 261 |
De wijlen dat zij het verkoos 111 |
De zaterdag staat nog helemaal open 542 |
De zomeravond en de dood zijn in de kamer 284 |
De zomerwind verwekt u uit het niet, 280 |
De zomerwijn klimt in de beken en de boomen, 78 |
De zon hangt [portretten aan de bomen] 537 |
De zwijgende rivier 11 |
December 166 |
Deez' klok, die tijden mat in kleine meting, 14 |
Deïsme 460, 520 |
Déjà-vu 424 |
Delphi 184 |
Democraat 362 |
Den Haag, stad, boordevol Bordewijk 458 |
Den rooien loozer van mijn zaad 19 |
Denkend aan mijn bezitting, aan de zalen 521 |
<Densiteit> 210 |
<Deoïde> 330 |
Depersonalisatie 486, 525 |
Des morgens kruipt een beest van vrees 110 |
Descartes 343 |
<Deur> 225 |
Deurwaarder en afslager zijn gereed 536 |
Devaluatie 342 |
Deze menschen hebben een rust bereikt, 67 |
<Deze morgen...> 110 |
Deze nachtregelen zijn voor u, 59 |
Diagnose 315 |
Dialoog 142 |
Diana 490 |
Diaspora 303 |
Dicht bij de dingen die u kennen 159 |
Dichter 141 |
Dichtgemetseld in mist zijn de vogezen 538 |
Dichtkunst 346 |
Die kalmte sloeg mijn oogen dicht 52 |
Die morgen, door het land van Jeanne d'Arc, 409 |
Die nacht kwam ik alleen nog maar te weten, 427, 433 |
| |
| |
Die van het lichaam niet meer weet, 306 |
Dief 362 |
Dien avond kwam ik later dan gewoonlijk 170 |
Dien dooden zomeravond aan het raam, 74 |
Dien nacht stonden machines in het donker 90 |
Diep in de deken van de tijd 292 |
Diep in de kelders van het onbekende 420 |
Diep in de middag wordt het licht secuur 440 |
Diep [vat van honig] de herinnering 537 |
Diepgang 311 |
Dies irae 515 |
Dingen die weggeworpen zijn, te oud 392 |
Directeur (Gij telt) 294 |
<Directeur> (Vanmorgen heb ik hem zien fietsen door de lanen) 239 |
Distantie 250 |
Distillatie 250 |
Dit is de idylle van het nichtje op bezoek: 79 |
Dit is de ruimte rond 242 |
Dit is de winter doodstil in elkaar 290 |
Dit is het blinkend loopen 51 |
Dit is het leven, veilig en voldaan 365 |
Dit is het verst gegevene van u: 132 |
Dit is uw aarde: 131 |
Dit van u afgestroopt heelal 281 |
Dit wordt niet meer door u gehoord: 117 |
Dit zijn de herfsten met de lange grassen 258 |
<Dodenherdenking i> 473 |
<Dodenherdenking ii> 473 |
Don Quichot 174 |
Donker op donker lig ik opgetast 76 |
Donkere schilderijen van de nacht 443 |
Dood 12 |
Dood in, dood uit verspil ik u 191 |
Dood, in mijn donker drijven 163 |
Dood paard 196 |
Doodbeeld 354 |
Doodbloei 122 |
Doode, gij zijt verdeeld 305 |
Doode, ik ben bedorven 170 |
Doode, van lichaamswege 181 |
<Doodendans> 107 |
<Doodenwacht> 56 |
| |
| |
Doodlied (Bijeen te dichten, woord na woord,) 314 |
Doodlied (Lied van den dood,) 136 |
Doodovertroffen staan de nachtbomen 419 |
Dooi 186 |
Dooiwater in de Mei 331 |
Door de kieren van de morgendeuren 187 |
Door een chauffeur omver gereden 64 |
Door eenzaamheden in woestijn herschapen, 351 |
Doornroosje 335 |
Doozen van voor uw dood 236 |
Dorp (De wateromval bruist) 241 |
Dorp (Ik wandel op een ansichtkaart) 351 |
Dossier 266 |
Draaiboek 485 |
Draaideur 363 |
Dracht 287 |
Drieluikje voor Jany 516 |
<Drievoudig verbond> 26 |
Dronken nachtliedje 64, 395 |
<Droom> 109 |
<Droomballade> 53 |
<Droomgebruik> 218 |
<Droomgericht> 34 |
Droomlot 418 |
Droomschuim 195 |
Droomschuim was deze nacht 195 |
Druïde 185 |
Dryade 489 |
<Du vieux Doelen> 455 |
Dualis 285 |
Duel 307 |
Duistere cijfers in zijn brilleglazen, 492 |
Duldig staan in avondgrijzen 6 |
Dun glas tussen de bomen uitgespannen 544 |
Duur 148 |
Dwalend onweidelijk door bos en beemd, 500 |
Dwingelo 496 |
| |
E
Ebenhaëzer 482 |
Ectoplasma 370 |
<Eelco> 354 |
| |
| |
Een brakke droom vannacht: je nichtje had omstandig 147 |
Een bijna blind verleefd gedacht 119 |
Een, die zichzelf niet meer bezit, 217 |
Een doelgehouden immerheid 298 |
Een dorpsstraat in de middag, wezenloos 463 |
Een engel, die de aarde niet meer ziet, 223 |
Een gele achterstand van licht 185 |
Een gloed, die rozerood 278 |
Een hemel uit de tijd der romantiek, 481 |
Een hooge, harde loop over de steenen 361 |
Een kamer in de maan 268 |
Een kou die mij herinnert dat ik niet zal sterven, 60 |
Een lichaam, blind van slaap, 236 |
Een lichaam door geen lied te deren 260 |
Een lichaam, liggend in de najaren 69 |
Een mist om te bezitten, 276 |
Een naam van iemand die niet meer bestaat 373 |
Een nieuwe stof is uit uw dood ontstaan, 250 |
Een oreade, bergen, die ik ken, 510 |
Een oud en donker schilderij 49 |
Een schuine muur van sneeuwen 50 |
Een stoet van aanbeeldwolken brengt de stille 506 |
i3 323 |
Een uitgeput geheim 126 |
Een vereenzelviging van taal en dood 182 |
Een weeke maan, bijna om uit te wisschen, 311 |
Een witte nevel hangt boven het veld 501 |
Een zoet ontsteld zijn dagelijks, 189 |
Een zonneschimmel hangt in 't eikenbos, 402 |
Eenheden van den dood 175 |
Eens stond uw adem in mij stil 35 |
<Eenzaamheid> (O ruiten mijner eenzaamheid) 46 |
<Eenzaamheid> (Weenen is even eenzaam) 36 |
Eeuwigheden van mond en schoot 116 |
<Eeuwigheid> 60 |
<Eigen zee> 213 |
<Eigenaar> 227 |
Eigendom 247 |
Eigening 246 |
<Eiland der ziel i> 35 |
<Eiland der ziel ii> 35 |
<Einde> 63 |
| |
| |
Eindelijk is het kleine lek gedicht 426, 432 |
Eindmoraine 253 |
Eindpunten op het land hebben de tijd 462 |
<Eine kleine Nachtmusik> 66 |
Einstein 317 |
Elckerlyc 392 |
<Electrolyse> 338 |
Elke zaterdag stuurt de Boazbank 499 |
Elpenbeen 268 |
Email 276 |
Embryo (Ik kan nog niet geboren zijn) 288 |
Embryo (Onder den morgen liggen wij bijeen) 216 |
Embryo (Oorsprong, die ik bereik,) 228 |
Embryo i 244 |
Embryo ii 245 |
Embryo iii 245 |
Emmaüs 229 |
En de blaren brengen bij tusschenpoozen 57 |
En het gras lispelt naast het gras 258 |
<En Jezus schreef in 't zand> 331 |
En route 441 |
En zoo ik mij nog vergis, 139 |
Energie 303 |
<Engel> 223 |
Engel van aluminium, 264 |
Engelien Hartveld-bos. Eerste symptomen 483 |
Equinox 417 |
Er hangt in mij een vleermuis van geduld, 147 |
Er is een mensch in mij geweest, 287 |
Er is een sneeuw begonnen in de straat 379 |
Er is een wenschen, dat ik kus met mijn gedachten: 78 |
Er is geen baan voor uw beweging 329 |
Er is geen plaats om over u te weenen, 177 |
Er is geen wederkeer uit dit gedicht, 242 |
Er is in zee een coelacanth gevonden, 450 |
Er is naar u geen vingerwijzing meer 509 |
Er komen gouden randen langs de wegen 382 |
Er komen lege stukken in mij staan 521 |
Er komen lege stukken in mij staan, 471 |
Er komen zieke plekken in de boomen 370 |
Er liggen parels in uw huis 247 |
Er ligt een jongen in de lucht, languit, 415 |
| |
| |
Er ligt in de zon een vrouw te lachen 28 |
Er staat Verdemen, aan de spoorlijn van 391 |
Er trilt een snaar 12 |
Er waren vaste kernen in uw huis 219, 252 |
Er woonde liefde diep bij u in huis 404 |
Er wordt om mij geroepen: 205 |
Er zijn geen data in uw dood 318 |
Er zijn stille strijden in mij ontstaan 41 |
Er zijn vannacht vogels overgegaan 414 |
Erbarmelijk geboren, 238 |
Erfdeel 181 |
Erfvijand 412 |
Ergens moeten uw handen nog bezig zijn 261 |
<Erker> 358 |
Étalage 236 |
Ets 403 |
Euclides 378 |
Evenwijdig aan deze schreden 114 |
Excentriek 341 |
Exil 191 |
Extemporeetje 367 |
Ezelkarke; 't jonkske ‘ho!’ roept, 13 |
Ezelke 13 |
| |
F
Fait accompli 484 |
Fall-out 519 |
Fantoom 131 |
Fata morgana 137 |
Fatum 188 |
Film 321 |
Film over het graf 321 |
Flash-back 471 |
Fluistering tussen ons in, grondwind 440 |
Foetus 365 |
Folklore 488 |
Formule in den morgenstond, 185 |
Fotografie 235 |
<Fotogram> 338 |
Foxtrott 237 |
Franciscus 183 |
Fructidor 403 |
| |
| |
| |
G
<Galeries modernes> 452 |
<Gang> 114 |
Ganzebord 322 |
Ge zijt bij stroken in de mist betrokken 494 |
<Gebed> 170 |
Gebed aan de schrijfmachine 190 |
Gebed aan de stof 168 |
Gebed aan God 170 |
Gebed aan het vuur 168 |
Gebogen over haar zorggebied, 143 |
Gedaante 153 |
Gedicht, ik moet u baren in 't bestek 348 |
Geduld 147 |
Geef mij te eten van uw brood; 160 |
Geen dood ontstaat in het getal, 251 |
<Geest> (Blijf in mijn oogen, die u zien, gelooven) 116 |
Geest (De wind laat in zichzelve binnen) 119 |
<Geheel den dag...> 42 |
Geheel den dag hebt gij mij gaande gehouden, 42 |
Gehenna 422 |
<Gekwetst...> 66 |
Gekwetst in de onuitspreekbaarheden, 66 |
Gelaat 261 |
Geladen uit den dood 161 |
Gelakte aanblik uit de ramen 405 |
<Geloof> 55 |
Geluiden dooven in geluiden 67 |
<Geluk> 111 |
Gemeentereiniging 455 |
<Geologie> 233 |
<Gerard den Brabander> 210 |
<Gerzon> 452 |
Gevecht 187 |
Geweken uit de wereld van vandaag, 372 |
Gezegend zij het brood 183 |
<Gezicht> 58 |
<Glas> 224 |
Glazenwasscher 241 |
Globe 243 |
Gobelin 399 |
[God heeft u elke dag] voor mij vervroegd 533 |
| |
| |
God in den hemel, beesten van menschen 234 |
God scherpt zijn wet op deze steen, 233, 328 |
God zal hem eindeloos goedgunstig blijven, 219 |
Golf 152 |
Gorge de Loup 444 |
Goudvissen, een phalanx van schijn, 478 |
Goya, luguber zijn uw creaturen 353 |
Graalridder 101 |
Grace Moore en Engel zijn nu samen as 374 |
Graf 197 |
Graflegging van een oud vriend 100 |
Grafschrift (Laat mij dit oversterven) 97 |
Grafschrift (Van dood in dood gegaan, totdat hij stierf) 104 |
Grafwinkel 450 |
Gramofoon 235 |
Graniet en gneis glimmen in u, 281 |
Gras... en voorbij het grazen 99 |
Gravure 481 |
Grint 423 |
Groen 275 |
Groeten uit Neede 382 |
Grootgrondbezit heeft u veilig gesteld 488 |
Gruis 252 |
Gummi 281 |
Gij brandt in mij uw eindeloosheid op 386 |
Gij brandt in wolken op tegen het westen 410 |
Gij breekt tesamen als beschuit 383 |
Gij die ik heb gekozen buiten deze 69 |
Gij die mij voert... 69 |
Gij diept de dood in het verborgen uit, 149 |
Gij dringt door alles heen: 226 |
Gij gaaft het huis de stilte 313 |
Gij gaat in alle delen bij u dood 481 |
Gij gaf uw leven in mijn hand: 182 |
Gij gist in mij met ongestorvenheid 321 |
Gij hangt alleen met draden aan elkaar 338 |
Gij hebt alleen gemiddelde gehouden 449 |
Gij hebt de dingen doorgedeeld 348 |
Gij hebt de huizen achterom bereikt 425, 431 |
Gij hebt een voorsprong in het niet 255 |
Gij hebt het hoog geheim doorbroken, Heere Jezus, 233 |
Gij hebt hoeveelheid aangenomen, 342 |
| |
| |
Gij hebt mij nagelaten 152 |
Gij hebt u uit mij weggenomen 359, 385 |
Gij hebt uw kussen koel gemaakt 218 |
Gij hebt uzelve in mij losgesteld 401 |
Gij hebt uzelve saamgesteld met dit, 306 |
Gij hield uw doodgewicht en dode hoek 410 |
Gij hoeft alleen maar bij mij terug te keren 399 |
Gij kunt mijn naam doen schrappen uit de burgerlijke stand 243 |
Gij kunt op een toneel naar voren treden 507 |
Gij kunt u nimmer overgeven 285 |
Gij laat mij tot de steenen toe 197 |
Gij licht in mijn geheugen op 179 |
Gij ligt in craquelé verloren 329 |
Gij ligt niet meer zoo dicht opeen 297 |
Gij loopt nu snel uiteen: 254 |
Gij nam zelfstandigheden aan, 343 |
Gij repeteert u als een breuk, 325 |
Gij staat aan elke plaats in mij voldongen 475 |
Gij staat uzelve af aan de omgeving 356 |
Gij stondt met een hoog hopen 33 |
Gij telt 294 |
Gij, uit gedichten opgebouwd, vertelde 542 |
Gij viel in korrelen uiteen, 253 |
Gij waart mij nauwelijks nabij 36 |
Gij wist, dat ik niet anders was, 65 |
Gij wordt u nog alleen door mij gewaar, 336 |
Gij zakt tot aan uw enkels in de steenen 344 |
Gij zijt aan het bestaande tegenstrijdig 378 |
Gij zijt aan mij gebonden met het al 265 |
Gij zijt bijeen met bloem en wind; 313 |
Gíj́ zijt bij míj́ den nacht, den dag, den nacht 83 |
Gij zijt den grond gelijk gemaakt 118 |
Gij zijt geheel uiteen gegaan en liet 354 |
Gij zijt in kou geklonken; 191 |
Gij zijt met zooveel schemer heengegaan, 35 |
Gij zijt niet gangbaar meer, 279 |
Gij zijt niet langer individueel 391 |
Gij zijt uzelve voor 298 |
Gij zijt voorgoed verloren 129 |
Gij zijt weer toegevoegd 229 |
| |
| |
| |
H
Haar afzijn 13 |
Hallucinatie 469 |
Halo 386 |
Hameln 344 |
Handen 261 |
Hangkast 371 |
Heb ik mijn hoofd nog in mijn hand, 201 |
Hebt gij volgorde nog 301 |
Hecate 501 |
Hechting 287 |
Hedennacht heb ik bij je verwijld 235 |
<Heelal> 53 |
Heen zijn, vers worden en verblijven 118 |
Heilige Hecate, daar ben ik dus 502 |
Heimwee 184 |
Hel naar mij over als gij kunt 324 |
Hélicoptère 418 |
Henry Rousseau 102 |
Heraldiek 419 |
<Herboren> 50 |
Herculaneum 185 |
Hercules Seghers 290 |
Herdenken 310 |
<Herfst> (Eeuwigheden van mond en schoot) 116 |
Herfst (Roestbruin wordt deze herfst) 227 |
Herfstgedachte 9 |
<Herinnering> 56 |
Herinnering, een groote hommel, gaat 293 |
Herinnering en dood 217 |
Herinnert gij u nog het zoete uiten 260 |
Hermetisch huis 210 |
<Herschepping> 34 |
<Hersenschim> 220 |
Hersenschors 281 |
Herzelving 350 |
Het ademlooze 128 |
Het begon zacht te regenen bij u 286 |
Het beste glas staat in het volgende café, 210 |
Het beste van voor jaren dringt vanavond tot mij door 288 |
Het blauw, dat aan de hemel bleef, 307 |
Het blauw is in de lente aan 't gebeuren 351 |
| |
| |
Het blauw van deze maand kan u bereiken, 276 |
Het blinde komen 105 |
[Het bos is in het vers teruggegroeid] 535 |
Het bosch drijft op een hooge zee van dauw 19 |
Het donker, dat u dekt, 212, 250 |
Het eiland der ziel i 35 |
Het eiland der ziel ii 35 |
Het fluisterbosch 207 |
<Het gericht> 34 |
Het grint in van mijn jeugd, de kiezelstenen 423 |
Het groot horloge is al in de straat 515 |
Het heilige gebeurt. Ik heb geraakt 378 |
Het hoofdbestuur van 't christelijk vakverbond 436 |
Het huis [draagt] weer een roos achter het oor 536 |
<Het huis is leeg> 106 |
Het huis is leeg, uit het hooren 106 |
Het huis [staat] voor mij uit zijn jaartal op 538 |
Het hunkerings hoogrood 16 |
Het is de morgen nog van ommekeer 543 |
Het is dezelfde December 166 |
Het is een bruiloft; allen bij elkaar 381 |
Het is een nacht van huid 282 |
Het is misschien niet meer te zeggen, 188 |
Het is op deze aarde allerwege 154 |
Het is van zijnen heer, al wat hem is gegeven 87 |
Het is Zondagavond in Avereest 213 |
Het land gaat liggen in het blauw vandaag 462 |
<Het land wordt ingekort...> 66 |
Het land wordt ingekort op dood en dierbaarheden; 66 |
Het late, late winterpark 21 |
Het leger 48 |
Het leven ligt te bloeien aan haar wang 361 |
Het leven loopt in droomen dood 38 |
Het leven zegt: ga met me mee, 142 |
Het licht is uit u weggegaan, 153 |
Het licht pulpt op de boomen, 16 |
Het lied om doodswil 45 |
Het luistert aan uw dood; ik luister mee 446 |
Het meisje en de trom 364 |
Het meisje en de tijd 240 |
Het najaarsgoud is uitgebroken tegen 508 |
Het namelooze... 72 |
| |
| |
Het namelooze, doelverlatene van dit: 72 |
Het onweer 95 |
Het open raam, de lente die ik drink, 259 |
Het oud aroom dat om de dingen hing, 444 |
Het raam is dood aan deze kant 322 |
Het ruischt van morgenstond tegen mijn slaap 357 |
<Het schilderij> 49 |
Het schooiertje 14 |
Het schuldig lied 52 |
Het schijnt verleden week in Amersfoort 486 |
Het schijnt verleden week te Amersfoort 525 |
Het spel, dat kranke zinnen spelen, 44 |
Het tweede meisje gaat met de chauffeur 504, 505 |
<Het vuur> 52 |
Het vuur, waarin gij nu verkeert, 303 |
Het ware beter, dat ik voor hem was gestorven, 171 |
Het was een avond in de winter - vuur 33 |
Het was een nacht die in mij overwoei 30 |
Het was vannacht een vrouw, ik wist niet wie, 284 |
Het weer is goed 350 |
Het witte van de kaart gaat voor ons open 417 |
Het wordt míj́n laatste, grootste avontuur: 82 |
Het zachte water, dat gezonken staat 424 |
Heul 201 |
Hevig hart van lampen in kristallen keelen, 68 |
Hier is het nog aanwezig, 71 |
Hier kan de geest de stof direct bereiken 408 |
Hier ligt het grafje, met de zoden glad 390 |
Histologie 421 |
Hoe hoger of ik stijg hoe groter wordt 429, 435 |
Hoe keer ik zoo in uw geheimnis weer? 47 |
Hoe kwam ik weer in mijn dijen te staan? 368 |
Hoe ook de schikgodinnen u onthemen, 499 |
Hoe ver ligt in mijn hoofd uw beeld 320 |
Hoe zal nu in het huis de stilte zijn 239 |
Hoe zijn mij ingevallen, 152 |
Hoe zijt gij vergaan, o lieveling, 39 |
Hoeken met huisgeheimen 124 |
Hoofd werd verlangens edelste existenz 78 |
Hoonte 360 |
<Hoop> 57 |
Hoorbaarheid 255 |
| |
| |
Hoornik 390 |
Horeb 503 |
Houthakkers, die zich in het bosch verklikken 335 |
Houtsnede 167 |
<HTM> 454 |
Huid 279 |
Huis 127 |
Huis, ik bewoon u nog 127 |
<Huis. Ode> 140 |
Huisbewaarder 512 |
Huisknecht 491 |
Huisteederte der morgen, 133 |
Huiszoeking 400 |
Huizen waar ik woon gaan onder, 244 |
Hulsel, van licht ontladen, 150 |
Hulshorst 71 |
Hulshorst, als vergeten ijzer 71 |
Hun hoofden hebben zij bijeengelegd 73 |
H.v.B. 128 |
Hij die het spoor verloren is 262 |
Hij gaat geagiteerd portieken in 457 |
Hij heeft het vat der Danaïden eindelijk gevuld, 292 |
Hij is ineens van hout 196 |
Hij is niet langer bang meer voor een ander 480, 487 |
Hij kent zijn bomen al na zestig jaar 463 |
Hij laat zichzelve leunen in het licht 241 |
Hij legt het spantouw om de pooten van het beest 92 |
Hij ligt met vrouwen in de bosschen te hoereeren 291 |
Hyade 506 |
| |
I
Ichthyologie 450 |
<Identiteit> 400 |
Iedre winter blinder, 20 |
Ik ben al lang Napoleon geweest, 227 |
Ik ben allang Napoleon geweest 248 |
Ik ben alleen met lied en wind, 84 |
Ik ben bij u gekomen, binnendoor 385 |
Ik ben de dunne zijde om uw huid 259 |
Ik ben de zwakke plek in het heelal 422 |
Ik ben een ei in 't midden van voorheen 363 |
Ik ben een man geworden met twee lijven, 380 |
| |
| |
Ik ben een staande Friese klok, 388 |
Ik ben gaan zoeken naar het laatste woord 184 |
‘Ik ben geen lichaam meer 382 |
Ik ben geheel terug gekeerd 50 |
Ik ben haast heelemaal dood; 254 |
Ik ben het bitter overschot, 131 |
Ik ben het, boven aan mijn keel; 380, 393 |
Ik ben niet langer bang meer voor een ander 413 |
Ik ben uw richting in den dood 266 |
Ik ben van binnen kind, 288 |
Ik ben van zooveel glas, 224 |
Ik ben vannacht doortrokken van uw leven 246 |
Ik ben voor u het laatste oponthoud, 340 |
Ik beproefde u op bloed en nacht 44 |
Ik bloei van binnen met de dood tot bloem, 84 |
Ik blijf aan u verbonden 296 |
Ik blijf met u verbonden 222 |
Ik blijf u binnen mij bereiken 115, 144 |
Ik blijf u met dit leven overtreffen: 196 |
Ik dacht bij haar te vinden wat ik zocht 350 |
Ik deel u met de dood 298 |
Ik denk aan u 60 |
Ik draal ter deure van mijn eigen duister huis 24 |
Ik droomde dat zij bij mij zat en met mijn handen speelde 89 |
Ik durfde niet omzien, doch wist dat het er was: 349 |
Ik en de straten 18 |
Ik ga de morgenkamer in: 179 |
Ik ga iedere morgen ten gronde 214 |
Ik ga naar de stations waar de atomen zweven 83 |
Ik haal u in met achterstanden 322 |
Ik had met u terug willen gaan 27 |
Ik hang mijn jas op aan de kapstok naast de deur 186 |
Ik heb de grond onthouden waar wij waren; 75 |
Ik heb de linde heilig doen verklaren, 489 |
Ik heb de sneeuw teruggevonden, laat 386 |
Ik heb geen ander bloed dan dit, 186 |
Ik heb geen naam tusschen u noodig en mijn eer 79 |
Ik heb mijn lichaam dubbel lief 207 |
Ik heb mijn lichaam prijs gegeven, 74 |
Ik heb mijzelve met mijzelve waargenomen 97 |
Ik heb naar je gevraagd vannacht 316 |
Ik heb u in de bossen teruggebracht, 494 |
| |
| |
Ik heb vannacht met u gewandeld 256 |
Ik heb vannacht nog met hem afgerekend, 412 |
Ik herkende u uren er na 39 |
Ik hoor de treinen weer als vroeger fluiten; 471 |
Ik hoor zingen in de wonderen daarbuiten 421 |
Ik houd u dicht van binnen 319 |
Ik houd u in beraad 349 |
Ik kan alleen woorden ontmoeten, u niet meer 223 |
Ik kan de morgens enkel in, 153 |
Ik kan met deze grovere organen 226 |
Ik kan niet denken aan de doodgewonde 215 |
Ik kan nog niet geboren zijn 288 |
Ik kan u blijven herontdekken 497 |
Ik kan uw hart vernemen 150 |
Ik ken u niet dan in de naaste dood, 358 |
Ik kwam een vrouw tegen van J. Bendien, 293 |
Ik kwam vandaag de jachtopziener tegen 490 |
[Ik laat de avond in u] overstaan 536 |
Ik laat de avond sterven 224 |
Ik leef bij dezen als het vuur: 52 |
Ik leef van binnen eender met u door 337 |
Ik liep met Mok gelukkig op de brink 376 |
Ik lig aan u te denken in de dood 263 |
Ik lig in weerdood, buiten regent het 146 |
Ik loop door uw gelaat van grond en land 413 |
Ik loop in doodvacantie door den Haag 451 |
Ik loop in schilderijen rond 302 |
Ik loop weer vol met mos en ander kruid 538 |
Ik moet de doode sporen volgen 204 |
Ik overleef u met het doel 318 |
Ik raak de tijd in 't vore, toekomst is 338 |
Ik rijd weer aan de voet van het heelal 510 |
Ik schrik wanneer mijn naam weerklinkt, 220 |
Ik sprak alleen tegen uw mond 209 |
Ik sta hier te vergaan, terwijl de wegen 387 |
Ik sta met u in scène 297 |
Ik sta verslonden van het oogenblik 335 |
Ik toef in schemer aan de randen van uw oord, 160 |
Ik tref u nog alleen plaatselijk aan 439 |
Ik voelde me bezoedeld in zijwegen 483 |
Ik vul met mijn gedachten 330 |
Ik wandel op een ansichtkaart 351 |
| |
| |
Ik was vannacht weer toe aan uw bestaan, 450 |
Ik ween... 14 |
Ik weet haar naam niet meer; die is verloren 77 |
Ik weet niet in welke richting ik lig 367 |
Ik weet wel dat ik u niet weervinden zal 45 |
Ik wil met haar begraven worden in één graf 88 |
Ik wil met wat mij is geworden, 130 |
<Ik wist niet...> 96 |
Ik wist niet dat hij al sprak in de taal van den dood 96 |
Ik woonde weer vannacht 268 |
Ik word teruggevoerd in eenen vroegsten staat: 69 |
Ik zal een kamer in de wereld zoeken, 173 |
Ik zal u naderen door de riolen 264 |
Ik zat met moeder aan de haard, zij breide 70 |
Ik zie haar klein geworden schreden in de verte; 47 |
Ik zie mij in de winkelruiten gaan 350 |
Illusie (Dit zijn de herfsten met de lange grassen) 258 |
Illusie (Liefste, de wissels van het hopen,) 156 |
In al je straten staan mijn schreden stil 256 |
In de gekromde morgen 498 |
In de verblijven buiten, in de zalen 468 |
In de zon is de dood begonnen, 65 |
In den hoogen feestvlag, 20 |
In den hoogen zomer 15 |
In den mond van den morgen 249 |
In den najaarshoek van den omtrek 184 |
In den regen 72 |
In deze kamer ben ik eindlijk thuis 362 |
In deze morgen van Augustus 269 |
In deze morgen zonder schuld 110 |
In déze nacht laat ik u niet meer los 91 |
In deze nacht was alles weer gewoon 383 |
In deze schemerhuis 18 |
In deze sneeuw ben ik een teekening 345 |
In deze zuivere duisternis, 80 |
In dit bitter heldere, de dood, 122 |
In dit doodzieke lentebegin, 37 |
In dit huis van bewaring 128 |
In een wijde vang van zomeravond 442 |
In het aquarium 523 |
In het nooit, dat nog komt, zie ik u weer 496 |
In hoc vincit i 162 |
| |
| |
In hoc vincit ii 162 |
In hoc vincit iii 163 |
In hoc vincit iv 163 |
In je pullover staan 290 |
In Juni heeft het groen de oppermacht; 534 |
In mijn geheugenoverzichten 266 |
In profundis 122 |
In stilten die versteenen 156 |
In 't eind sloten zijn ogen zich voorgoed 430, 437 |
In 't kerkje gaan de kronen aan 5 |
In 't onland stond een hert zo groot als God 503 |
In 't oude koetshuis is het feest begonnen 493 |
In uw bloed 63 |
In uw bloed moet nog het weten stroomen, 63 |
In uw zoet zijn van haar en oogen 129 |
In welk dorp zijt gij verdronken, 88 |
In welk riool ben ik terecht gekomen 214 |
In wijn verloren ligt de avondstond 229 |
Inclinatie 387 |
Indachtig herkomst en geboorterecht, 488 |
Indicht 242 |
Inflatie 348 |
Inktzwart loover loopt over grijze paden 211 |
Innemée 456 |
<Instrument> 90 |
<Inteelt> 90 |
Inter ego 298 |
Intermédiaire 285 |
Is Eelco Sötemann voor niets begonnen? 354 |
Isotopen 511 |
| |
J
<Jacht> 223 |
Jacht op de vonk der verzen en een vrouw: 79 |
Jachtopziener 490 |
Jan Toorop 104 |
Janus 300 |
Je hebt je van mij losgemaakt 270 |
Je lag half over een muur 225, 237 |
‘Je moet hem niet verknoeien’, zei mijn vrouw 415 |
Je toonde me vannacht de kamers weer; 418 |
Je was niet langer doodgegaan vannacht, 446 |
| |
| |
Jean Giono 387 |
Jeanne d'Arc 409 |
Jericho 134 |
Jeugdvoorvallen drijven als lijken boven 388 |
Jezus schreef met zijn vinger in het zand 331 |
Job 151 |
Joseph Schmidt 152 |
| |
K
'k Ben thans vertrouwd met 't water van den Rijn, 11 |
['k Verlies u geen moment meer uit het oog] 542 |
'k Weet hoe haar oogen zullen zijn 257 |
'k Zal haar gaan zeggen 13 |
'k Zal haar gaan zeggen... 13 |
Kafka 316 |
Kaïn (Hij is niet langer bang meer voor een ander) 480, 487 |
Kaïn (Wind, waarom streel je dit lichaam nog?) 136 |
Kaïn, vervloekt na broedermoord, terstond 519 |
Kamer 262 |
<Kandinsky i> 232 |
<Kandinsky ii> 212 |
<Kandinsky iii> 228 |
<Kastrup> 374 |
Katalisator 405 |
Kegelsnede 349 |
Keldergat 440 |
Kerk 280 |
<Kerker> 105 |
Kerkhof 177 |
Kermesse d'été 376 |
Kerstengel 532 |
Kerstmis 454 |
Kettingreacties hebben u gespleten 511 |
Kiem 288 |
Kiezel en kosmos hebben u gemeen 542 |
Kind 127 |
Kinderangst 349 |
Kindergraf 390 |
Klankbord 283 |
Klankleer 252 |
Kleed 259 |
kleine kabbalistiek voor kinderen 231 |
| |
| |
Kleine Ode aan het Water 55 |
Kleren, die van u waren, 371 |
Klerk 357 |
Klok 243 |
Klokken haalden mij uit de slaap vandaan 454 |
Kloosterhofje van Fréjus 408 |
Komaf 482 |
Koorts 230 |
Koorts weekt u los 226, 230 |
Koren staat rechtop in het land gegrift 532 |
Kosmos 151 |
<Kou> 89 |
Koude is tusschen ons 233 |
Koude noordzeeën zijn in mij ontstaan 340 |
Kraakbeen 270 |
Krachtoverbrenging, sterkteleer, constructie, 341 |
Kristal 308 |
Kroondomein 488 |
Kunt gij uzelve controleeren? 278 |
Kus 289 |
<Kwatrijnen> 114, 243, 244 |
<Kwatrijnen i> 75 |
<Kwatrijnen ii> 75 |
<Kwatrijnen iii> 75 |
<Kwatrijnen iv> 76 |
<Kwatrijnen v> 76 |
<Kwatrijnen vi> 76 |
<Kwatrijnen vii> 76 |
<Kwatrijnen viii> 77 |
<Kwatrijnen ix> 77 |
<Kwatrijnen x> 77 |
<Kwatrijnen xi> 77 |
<Kwatrijnen xii> 78 |
<Kwatrijnen xiii> 78 |
<Kwatrijnen xiv> 78 |
<Kwatrijnen xv> 78 |
<Kwatrijnen xvi> 79 |
| |
L
Laat dit, omdat ik eenzaam ben, 72 |
Laat ik u langzaam... 98 |
Laat ik u langzaam, ongeweld- 98 |
| |
| |
Laat in mijn leven van haar over, Heer, 170 |
Laat mij... 98 |
Laat mij aan u ontstaan, 270 |
Laat mij dit oversterven 97 |
Laat mij u tot een lied herleiden, 98 |
Lage flux 543 |
Lamp van den vrede uwer handen, 180 |
Land, ik honger naar u 208 |
Landschap 302 |
Landstreken liggen als in mij vergeten 441 |
Lange meerschuimstrepen trekken tegen mijn tong 423 |
Langs de gewesten van het zijn 189 |
Langs de nachtkim 192 |
Lasscher 251 |
Leegte 250 |
Leegte, die liggen bleef, 250 |
Leeuw van oud licht onder de fabeldieren, 516 |
Leg uw ge-‘weten’ bij mij aan 165 |
Leica 458 |
Leliën 388 |
Lente 351 |
<Lente i> (Het is op deze aarde allerwege) 154 |
Lente i (Naar een ontbloeien buiten,) 154 |
Lente ii (Het is op deze aarde allerwege) 154 |
<Lente ii> (Naar een ontbloeien buiten,) 154 |
Lente iii 155 |
<Lente en Dood> 30 |
<Leven> 91 |
<Liberty> 453 |
Lichaam 180 |
Lichaam, ik ben met u alleen, 120 |
Lichamen komen roze open 68 |
<Licht> 33 |
<Lichtslag> 219 |
Lied van den dood, 136 |
Liedje 8 |
<Liefde> 103 |
Liefde i 139 |
Liefde ii 139 |
Liefde, ik blijf u loven 103, 139 |
Liefde's macht 12 |
Liefste, de wissels van het hopen, 156 |
| |
| |
Liefste, zoover ik u verlies 177 |
<Liezen en regenbogen> 222 |
Liggend twee heilige heelallen in elkander, 327 |
Liggende onder een boom 57 |
Linoleum 275 |
Lithosfeer 276 |
Litteken 483 |
Localisatie 299 |
<Longa palus> 462, 463, 471, 474, 482, 483 |
Longitude 480 |
Loopende over de dood te denken 57 |
Luchtaanval 204 |
<Luchtslag> 217 |
Lucifer 476 |
Lijnen, ik laat u niet meer los, 104 |
| |
M
Maan, ik verkoel met u, gij zijt 419 |
Maar als ik thuisgekomen, goed en wel 433 |
Maar, als ik thuisgekomen, goed en wel 427 |
Maar ik heb eenmaal geloofd 55 |
Machine, die het lied bevat, 190 |
<Majesteit> 260 |
Makelaar 500 |
Mamré 371 |
Mania religiosa 467 |
Manifest 160 |
Mantel 268 |
Maréchaussée 408 |
Maria 312 |
Maria Magdalena 312 |
Marsman i 171 |
Marsman ii 171 |
Marsman iii 171 |
Mascotte 401 |
Medium 142 |
<Medusa> 214 |
Meel 265 |
Meisje, hoe zwaar zoenen uw lippen 24 |
Mej. Ida Gerhardt schreef gedichten 547 |
Melaatsch van een bemoeienis, 178 |
<Melkknecht> 92 |
| |
| |
Membraan 196 |
Memento mori 14 |
Memorandum 514 |
Memphis 204 |
Meneer al wakker?, vraagt hij opgeruimd 491 |
Merel 241 |
Met bladeren gebouwd tot op den grond 102 |
Met de sextant van mijn gevoel, 282 |
Met dit gedicht... 96 |
Met dit gedicht vervalt het vorige 96 |
Met geen heden gemengd, 317 |
Met glas en lak en nikkel afgedekt, 459 |
Met het onweer heb ik u thuis getroffen 95 |
Met leven toegerust voor beiden, 164 |
Met lippen van asbest 277 |
Met u is toegenomen 301 |
Metronoom 410 |
Microben 291 |
<Microben (variant)> 293 |
Microcopie 509 |
Middernacht 67 |
Mier 307 |
<Mimicry> 224 |
<Minister> 294 |
Misgeboorte 102 |
<Misschien...> 31 |
Misschien dat eens de parelvisschers van Bizet hem vinden, 171 |
Misschien dat ge nog aanwezig zijt 31 |
Misschien heeft u een heer gegroet 247 |
Misschien ligt uw lichaam weer bij mij 58 |
Misschien staat in mijn naam alleen de dood 85 |
Misschien zal ik nog sporen van u vinden 460 |
Misschien zijn ze niet meer voorgoed verdronken, 159 |
Mocht deze winteravond zijnen toon behouden 195 |
Moeder i 70 |
Moeder ii 70 |
Mon trésor 513 |
Monade 169 |
<Mond> 209 |
Monogram 384 |
Monomaan 190 |
Moordballade 53 |
| |
| |
Morendo 256 |
Morendo met de goederentreinen ver 506 |
Morgen. De stad ontstaat 245 |
Morgen, en het onthutste kraaien van de hanen, 76 |
Morgen van zijde en zonder vrees, 228 |
Morgenmist 71 |
Morgens staan dood in huis, zonder begin 447 |
<Mozaïek> 329 |
Mozes 293 |
Muur 237 |
<Muziek> 207 |
Muziek van sneeuw in winterkinkhoorn dezer stad 77 |
Mij wordt in dit doodonderdeel 162 |
Mijn bloed krioelt van u 299 |
Mijn buikweek brein zoekt de verzengde 277 |
Mijn droomen staan in scharen voor de ramen 40 |
Mijn eerste weemoed heb ik daar geroken 538 |
Mijn geest gaat met een bonzend hart 53 |
Mijn hand strijkt over uw deur 225 |
Mijn heldre scherpte spant, 21 |
Mijn hoofd ligt in een holte van muziek 207 |
Mijn leven tussen deze misten in - 449 |
Mijn lichaam ligt bereid tot Paschen 312 |
Mijn liefdevogel vliegt zoo nauw 21 |
Mijn meisje met de koninklijke beenen, 17 |
Mijn moeder is een grijze Vrijdagmorgen; 70 |
Mijn moeder sterft 205 |
Mijn regen, 227 |
Mijn ziel is nergens naar gaan staan 307 |
Mijne gedachten zijn gebleven 42 |
Myopie 439 |
| |
N
Na jaar en dag hervinden wij de fitter 430, 437 |
Naar een ontbloeien buiten, 154 |
Nabeeld 404 |
Nacht 120 |
Nacht, laat mij over aan de dag 468, 472 |
Nacht, zult gij duren in de dag? 373 |
Nachtmerrie 178 |
Nachtpauwoog 445 |
Nachtvlucht 414 |
| |
| |
Nachtwaker 457 |
Nachtwind en ritseling 206 |
<Nacht-woorden> 59 |
Nadood 138 |
Narcissus 207 |
Nazomer 179 |
Nebo 485, 506 |
Necrologie 439 |
Negatief i 150 |
Negatief ii 150 |
Negatief iii 150 |
Nest van het niets boven de bosrand 534 |
Nevelheim 404 |
Nevelkamer van Wilson is 543 |
Niemandsland 117 |
Niet de gekapte non ben ik, 23 |
Niets dan mijn eenzaam zelfbeleven, 22 |
Nirwana 326 |
Nocturne 419 |
Nooit was de dood een naakter man 38 |
<Noordeinde> 451 |
Nostalgie 462 |
November 477 |
Novemberland van lood, de herfstman gaat 541 |
Nu de lantarens aangaan in de schemer, 186 |
Nu gij bij mij ontbreekt 128 |
Nu gij geen ander lichaam hebben kunt 461 |
Nu gij geen ander wezen hebben kunt 520 |
Nu gij niet meer afzonderlijk bestaat, 363 |
Nu gij u weer verbindt 209 |
Nu gij zijt overleden, 174 |
Nu heen te gaan met een lied in mijn mond, 52 |
Nu het einde zich nog bezint, 85 |
Nu het weer is bijeen gebracht: 309 |
Nu ik... 71 |
Nu ik het samenzijn beleef 125 |
<Nu ik hier loop...> 63 |
Nu ik hier loop, ik weet het niet waarom, 63 |
Nu ik hier nog herhaal, herhaal als regen 188 |
Nu ik mijn weg alleen weer ga 71 |
Nu ik nogeens van u verschil, 155 |
Nu ik u nader zonder tusschenstof 210 |
| |
| |
Nu ik zoo zuiver thuis ben met mijzelf 96 |
Nu is het tijd om naar uw hart te reizen 85 |
Nu mijn leven verloopen moet: 87 |
Nu nader ik de laatste mooglijkheid 428, 434 |
Nu regent het ook in uw nacht 342 |
Nu strijdt het hart zijn laatste slag 32 |
Nu waaien de nooit te weten, 43 |
Nu zich uit mij verwijderen 134 |
Nu zijn wij eindelijk bijeen 359 |
0, 1̸ 325 |
0.00 515 |
N.V. 266 |
Nijhoff 219 |
| |
O
O blinde mol, die moeite 239 |
O dit eenzelvig binnenvaren van het lied 77 |
O donkere, woeste ruiten voor den dood 75 |
O groote dorst naar duisternis en nacht; 46 |
O gij, die ik gedenk met zuiverheden, 310 |
O gij die ik had omgebracht 53 |
O inhoud van uw zijn 319 |
O minimum dat zonder menschen is 358 |
O molecuul bijzonder, 168 |
O oude boek met zijn aparte geur 366 |
O ruiten mijner eenzaamheid 46 |
O wind die mij onwetend houdt 88 |
O zielsterreur in deze huizen 215 |
O zonne-minnig kind, 13 |
Oceaan 286 |
Oculair 385 |
Ode 140 |
Of ze vanuit een blauw gordijn begonnen, 399 |
<Offerande> 116 |
Olifant 348 |
Om aan u toe te blijven 255 |
Om de zielsverrassing te hervinden, 172 |
Om een donker lichaam 68 |
Om het bloed dat in haar parelt, 126 |
Om te vergaan 108 |
Omdat het niet ontwaken kan 83 |
Omdat ik in de wereld loop volstaan 400 |
| |
| |
Omhelzing in het zwart bij het passeren 518 |
Omhoog tegen de bergwand aangebracht 444 |
Omsingeling 304 |
Onangstig kon ik bij je in de kamer 201 |
Onder carbidlantarens, 360 |
Onder de laag van het verhuurde, 526, 527 |
Onder de lamp vond ik uw handen terug; 267 |
[Onder de vloeipapieren van het licht] 535 |
Onder den morgen liggen wij bijeen 216 |
Onder het net der sterren 243 |
<Onderdeelen> 211 |
Onderlinge 298 |
Ondertrouw 379 |
<Onderweg> 51 |
<Onheil> 341 |
Onland 503 |
Onmacht 129 |
Onmetelijke uren rijen tusschen 13 |
Onrust 47 |
Ontbonden in factoren 305 |
<Ontbijt> 214 |
Ontdaan van aanvang en vergaan, 323 |
Onteigening 153 |
Ontlading 267 |
Ontleeningen aan duisternis, 138 |
Ontroeringen uit dit heelal, 285 |
Ontslag 192 |
Ontslapen 191 |
Ontsta als mond en oogen, 131 |
Ontstoken van een licht, 135 |
Ontvang den vlam des Heeren: 165 |
Ontvoering 422 |
Ontvouw het witte kleed, 100 |
<Ontwaken> (Des morgens kruipt een beest van vrees) 110 |
<Ontwaken> (Misschien ligt uw lichaam weer bij mij) 58 |
Ontworden 121 |
Oogen, die in mij rusten, 214 |
Oogst 286 |
Oorlog 302 |
Oorsprong, die ik bereik, 228 |
op [dienstreis] onder in de gloed der lanen 540 |
Op elke drempel staat een flatbewoner 429 |
| |
| |
Op het behang van Rath & Doodeheefver 375 |
Op uw opnieuw bewegen wacht 56 |
Open schulpen uw beenen 22 |
Openbaring 179 |
Oppervlaktespanning 263 |
Opstanding (De wind heeft zich verkoren) 197 |
Opstanding (Sneeuw in de nacht gekomen, heeft vanmorgen) 180 |
Optiek 339 |
Oreade 510 |
Orpheus 246 |
Osmose 188 |
Oude gevoelens in het donker vinden, 311 |
Over de dood verging het lied 31 |
<Over de Jabbok> 105 |
Over de jachtvelden van den dood 190 |
Over dit land alleen 22 |
Over een leven... 98 |
Over een leven, weerstandloos, 98 |
Over zijn strenge cirkels heengebogen 203 |
Overdood 326 |
Overgave 39 |
Overjarig 372 |
Overspel 148 |
<Overstorven> 107 |
Ovoïde 363 |
| |
P
Pand 399 |
Papier 282 |
Papyroline 516 |
Paradijs 306 |
Parhelium 400 |
Paschen 169 |
Passage 458 |
Pastiches i 193 |
Pastiches ii 193 |
Pastiches iii 193 |
Pastorale 414 |
<Paviljoen> 80 |
Permanent wave 356 |
Perpetuum mobile 343 |
Petertje 288 |
| |
| |
Pharao 130 |
Pinksteren 165 |
Plaatsen, waar ik nooit meer aan dacht, 188 |
Planimetrie 448 |
Plastic 405 |
Plateel 242 |
Plexus solaris 401 |
Plunderend raast de wind [voorbij het raam] 532 |
Poeder 279 |
Poëtisch bloeisel: 148 |
Positie 324 |
Potentieel 499 |
Potlood 293 |
<Principaal> 294 |
Projectie 135 |
Proteïne 339 |
Psychiater 165 |
Pullover 290 |
Punt 322 |
Punt waar de nacht zijn rooster opendoet: 514 |
| |
Q
Quadratuur 361 |
Qualiteit 301 |
Quantiteit 297 |
| |
R
<Radium> 226 |
Raket en mitrailleur 302 |
Raspoetin 291 |
Raster 340 |
Rath & Doodeheefver 375 |
<Reagens> 213 |
Recherche 441 |
Recreatie 498 |
Red Marsman, die in Frankrijk woont, o God 171 |
Reflex 132 |
Reflexie 373 |
Refractie 507 |
<Regen> (De regen deelt het donker hart) 29 |
Regen ('t Begon al vroeg;) 6 |
| |
| |
Regen, haar lichaam heeft geen schuld, want ik was zonder 90 |
<Regendroppels> 342 |
Registratie 309 |
<Reglement> 229 |
Reikwijdte 497 |
Reimerswaal 217 |
Reïncarnatie i 182 |
Reïncarnatie ii 182 |
Reincultuur 384 |
Reizende op u aan ben ik per trein 509 |
Reiziger ‘doet’ Golgotha i 113 |
Reiziger ‘doet’ Golgotha ii 113 |
Reiziger ‘doet’ Golgotha iii 115 |
Remplacant 144 |
Rentmeester 492 |
Requiem 129 |
<Research> 441 |
Reservaat 494 |
<Resurrectio> 32 |
Retraite 176 |
Retrograde 255 |
Retrospectie 188 |
<Rhythme> 135 |
Rina Ketty 263 |
<Riool> 214 |
Risico (Nacht, laat mij over aan de dag) 472 |
Risico (Nacht, zult gij duren in de dag?) 373 |
Risico i 468 |
Risico ii 469 |
Riviéra 420 |
Robot (Ik ben het, boven aan mijn keel;) 380, 393 |
Robot (Ik ben een staande Friese klok,) 388 |
Rochade 508 |
Roep 155 |
Roestbruin wordt deze herfst 227 |
Rok 271 |
Rokken, waarin gij hebt geloopen, 202 |
Rollend materieel 509 |
Roltrap 386 |
Rome. - Het anker valt. Wij varen thuis 115 |
Rondeau 254 |
Röntgen 407 |
| |
| |
Rood 269 |
Rooftochten in het niet 174 |
Rook 269 |
Rook van uw wezen, 269 |
Rorschach 460 |
Rouw 176 |
Rytme 135 |
| |
S
Samengang 48 |
Samengesteld met dood 213 |
Schaatsenrijder 203 |
Schakelbord 317 |
Scheeve schuift het rietsel heen, 24 |
Schip van brillanten voor de cap d'Antibes; 445 |
<Schrik> 220 |
Schuddegeest 457 |
Schijnwerper 149 |
Sexoïde 380 |
Sextant 282 |
<Sferoide> 218 |
Silhouet 442 |
<Slaap> (Al deze zachtheid in mijn avondbed) 57 |
Slaap (Uw doodgedeelte blindt) 149 |
<Slaapkamer> 91 |
Slaapliedje 179 |
Slaapliedje i 257 |
Slaapliedje ii 257 |
Slaapwandeling 256 |
Slagveld 296 |
Slagzij 383 |
Slanke cherubim, 245 |
Sloot 374 |
<Slootkant> 374 |
Sluitrede 505 |
Smaragd 372 |
Smart 134 |
Smart, ik ontzeg 134 |
Sneeuw (De straten zwierven met het sneeuwen mede,) 46 |
| |
| |
<Sneeuw> (Een schuine muur van sneeuwen) 50 |
<Sneeuw> (In deze sneeuw hen ik een teekening) 345 |
Sneeuw (Toen sneeuw openbrak de oogen,) 143 |
Sneeuw in de nacht gekomen, heeft vanmorgen 180 |
<Sneeuwgang> 41 |
Sneeuwwitje 406 |
Sneeuwwitje ligt in glas gekist, 406 |
Sneeuwwitte vlinder van den dood, 175 |
Soldaat 215 |
Sombere sparren, wij zijn gedood 268 |
Somnambule 146 |
Soms als de weg het wil zijn wij 51 |
Soms ben ik aan de apostrophen toe, 421 |
Soms denk ik dat het niet meer om u gaat 456 |
Soms heeft de weg een ruimte die ik weet 401 |
Soms, in een etalage, komt gij voor, 453 |
Soms komen kinderen in de cel en spelen 295 |
Soms wil het voortbestaan, een oud geluk, 470 |
Somst zijt ge in mij teruggekeerd 56 |
Souvenir 445 |
Souverein 259 |
Spel 391 |
Spellbound 383 |
Sphinx 174 |
Spiegeling 189 |
Spinoza 292 |
Spinrag 259 |
Spiraal 325 |
Spirogeet 264 |
<Spreekuur> 234 |
Sprookje 238 |
Staar in mij zonder sterren, 218 |
Stad 247 |
Standbeeld 236 |
Star, zonder blikbewegen, 12 |
Station 483 |
Status morendi 358 |
Status nascendi 357 |
<Status quo> 335 |
Steeds meer bij zich vandaan is aangevangen 355 |
Steeds scherper en bekwamer, 302 |
Steekvlam 161 |
| |
| |
Steen 278 |
Steenlied 300 |
Stem 117 |
Stenografie 461, 520 |
Stenose 471, 521 |
Sterke formaties luchtstrijdkrachten 204 |
Sterren 181 |
<Sterrenhoos> 98 |
<Stil oogenblik> 50 |
Stil zit zij over uren heengebogen; 54 |
Stippen bewegen in een oertoestand 453 |
Stof (Alsof ik nimmer bij u sliep,) 137 |
<Stof> (O molecuul bijzonder,) 168 |
Stonden, in mij gestorven, 260 |
<Streekbelang> 488 |
Strepen van lente en maan aan het raam 316 |
<Stroomgebied> 260 |
<Strophen i> 22 |
<Strophen ii> 25 |
<Strophen iii> 25 |
<Stuifmeel> 229 |
Stuk laten liggen wat niet is te heelen, 84 |
<Suicide> 347 |
Surplus 102 |
Surplus van liefde, waar moet gij nu heen? 102 |
<Syllaben> 207 |
Symbiose 296 |
Sympathicus 470 |
| |
T
't Begon al vroeg; 6 |
't Brekend oog op 't licht Jeruzalem geslagen 5 |
't Geklik-klak van de machines 8 |
't Leege huis 10 |
't Massief gaat van elkander naar het hart 402 |
't Wonder 5 |
't Woord heeft het eerste en het laatste woord 467 |
Taal 234 |
Tableau mourant 297 |
Tabor 484, 489, 495 |
Tantalus 424 |
Te huur. Hartkamer. Ongemeubileerd 366 |
| |
| |
Te sterven, liggende aan U 23 |
Tegen het klankbord van de nacht 283 |
Tegen het zijn ontstoken 146 |
Tegenover het liedgeheim 149 |
Tegenwoordigheid (De steenen merken u van deze straat) 320 |
<Tegenwoordigheid> (Soms zijt ge in mij teruggekeerd) 56 |
Tekenen aan uw wand glijden voorbij; 522 |
Tekort 131 |
Telefoon 251 |
Telefunken 283 |
Telex 447 |
<Teling> 216 |
Tendresse 133 |
Ter Braak 230 |
Ter braak geboren 230 |
<Teraardebestelling> 451 |
<Terminus> 462 |
Terra incognita 475 |
<Terreur> 215 |
<Terreur i> 353 |
<Terreur ii> 352 |
<Terreur iii> 353 |
<Terreur iv> 352 |
Terwijl de auto langs de wegen snelt, 459 |
Terwijl het regent tusschen u en mij 218 |
Terwijl hij onder den vleugel sliep 66 |
Terwijl we het niet laten blijken 127 |
Tête à tête 514 |
Theater 507 |
Thebe 164 |
10 Mei i 473 |
10 Mei ii 473 |
To be or not to be 132 |
Tochten... 67 |
Tochten die met mijn bloed beginnen 67 |
Todesraum 248 |
Toen, dat de dood het won van mij 28 |
Toen gij uw armen om mij sloeg 133 |
Toen haar gestalte zich in mij herstelde 58 |
Toen heb ik - 't was op Cyprus - in de krant gelezen: 113 |
Toen hij het boek geschreven had: De Overnachting, 381 |
Toen hij zich op zijn knieën neerliet bij het kind 141 |
| |
| |
Toen hij zoo smal was dat de dood het niet meer wist 55 |
Toen ik haar voorlas van de kleine Muck, 238 |
Toen ik het einde had bereikt 105 |
Toen ik ingeslapen was 312 |
Toen, in die nacht, kraaide de haan, er hing 347 |
Toen sneeuw openbrak de oogen, 143 |
Toen stond in uw laatste naam rondom 32 |
Topaas 364 |
Topografie (Waar hebt gij u opnieuw gehecht?) 299 |
Topografie (Met glas en lak en nikkel afgedekt,) 459 |
Totalisator 305 |
Tracé 440 |
Trance 313 |
<Transmissie> 67 |
<Transparant> 91 |
Transplantatie 385, 517 |
Treincoupé 67 |
Treinnimph 361 |
Trekt een cordon om het schiereiland heen 352 |
Triniteit 328 |
Trivia 502 |
Tromboze 320 |
<Trompet> 212 |
Tuin van herfstdag bij haar thuis 82 |
Tuinarchitect 463 |
Tuinbaas 492 |
Tuinbeeld (Mijn leven tussen deze misten in -) 449 |
Tuinbeeld (Zoëven, zegt hij, starend in 't verschiet,) 491, 496 |
Tusschen de doodgordijnen bleven 252 |
<Tusschen de duisternissen> 98 |
Tusschen de engelen en klieren 219 |
Tusschen deez' zinnende accoorden 259 |
Tusschen heuvelen van den tijd 308 |
<Tusschen twee eeuwigheden> 105 |
Tussen de vissen staat uw heden in: 374 |
Twee bergen 484, 485 |
Twee sonnetten voor Spanje i 352 |
Twee sonnetten voor Spanje ii 352 |
<Tweede afscheid> 45 |
Tweede meisje 505 |
<Tweeheid> 202 |
<Tweeklank> 217 |
| |
| |
Twijfelend bij een halte in de stad 451 |
Tijd, in het zand begraven, 322 |
Tijd, laat dit toe: 240 |
Tijdbarrière 470 |
Tijdens de middagpauze inderhaast 490 |
Tijdnood 324 |
<Typiste> 245 |
| |
U
Uit de Middeleeuwen van Ary Prins 215 |
Uit de trompet 212 |
Uit God gevallen onheil, eenmaal hoog 476 |
Uit het versteend gebeuren 122 |
Uit leegte's hinderlagen 137 |
Uit mij wordt opgeborgen, 101 |
Uit 'n overrompelende slaap ontwaakt 332 |
Uit verre aanvang met u, 485 |
<Uiteindelijk> 359 |
<Uitwendigheid> 208 |
Ultra montes 510 |
Uren van sneeuw zaterdagmorgen vol 543 |
Uw aanzijnskromme heeft zich uitgerekt 448 |
Uw deelen leven door, alleen verdween 336 |
Uw diepe voeten in de grond 317 |
Uw dood herhaalt zich in mijn hart 135 |
Uw dood is in mij opgenomen 189 |
Uw dood waait in mij aan en uit; 162 |
Uw doodgedeelte blindt 149 |
Uw hand, die als een vrouw zich gaf, 121 |
Uw hoogspanning moet eindlijk aarde maken 384 |
Uw hulk voer zonder vracht 20 |
Uw leden strekken zich in boomen 209 |
Uw lichaam lag voltooid van nacht: 146 |
Uw lippen stulpen 289 |
Uw lijf was zoo lang met bloemen omwonden 41 |
Uw middelpunten vloden heen 253 |
Uw mond, over mijn mond gepast, 277 |
Uw stilte suizelt als een discus binnen 418 |
Uw zijn is toegenomen 323 |
| |
| |
| |
V
<Vaarwel> 75 |
Vaarwel, wereld, dit is de woestijn 75 |
<Vacuum> 210 |
Valuta 438 |
Vampier 178 |
Van alle kamers gaan de deuren open 435 |
Van dood in dood gegaan, totdat hij stierf 104 |
Van haar verlies volmaakt 190 |
Van het meisje van zestien jaar 125 |
Van licht genoeg 176 |
Van poëzie bezeten, 102 |
Van voor dat ik u kende 117 |
Vanmorgen heb ik hem zien fietsen door de lanen 239 |
Vannacht, den droom, liggend onder een tafel, 109 |
Vannacht ging je verhouding met mij aan 228 |
Vannacht is het zoo stil geworden, 181 |
Vannacht is zij de weg weer uitgekomen 541 |
Vannacht liep ik nog eens tegen u aan; 505 |
Vannacht sloeg in mijn hart 411 |
Vannacht was het noorden hier 369 |
Vannacht werd je gestalte 208 |
Vannacht zijn ze weer begonnen, 211 |
Vanuit een lente achter glas 148 |
Vanuit het oord 123 |
Vazen van zondagmiddag. Stilteslot, 364 |
Veewagen 1945 368 |
Velodroom 411 |
Vendutie 366 |
Venster 260 |
Ver in de zee verging een stem 37 |
Ver kermisgerucht waait weenensweemoed 14 |
Ver van hier, daar slaapt mijn vader 14 |
<Verbeiden> 54 |
Verbond 189 |
Vercors 402 |
Verdemen 391 |
Verdronken Zaterdagavond bij ons thuis 482 |
Vergeestlijkt staan de [lariksen] 543 |
Vergif 147 |
<Vergroving> 226 |
<Verhouding> 228 |
| |
| |
Verkenning 313 |
<Verloren> 106 |
Verloren eigendom. Ter dood veroordeeld leven 229 |
Verre verlichte pompen van de shell 457 |
Verrekijker 320 |
Verrijzing 249 |
<Verschijning> 218 |
Verslaggever 493 |
Versteening 156 |
Verstillen met de avondauto's, ver 485 |
Verten, die fluweel zoomden in onze harten, 327 |
Vertoeven in familie voor een keer 482 |
Vervaldag 444 |
Vervallen van uzelve, 304 |
Vervulling 288 |
Verwildering 355 |
<Verzen aan een gestorvene> 67, 84, 209, 266, 282, 283, 284, 285, 286, 287, 318, 320, 321, 324, 326 |
Verzet 304 |
[Verzinken in harmonicamuziek] 535 |
Verzoendag 378 |
Vestdijk (Hij heeft het vat der Danaïden eindelijk gevuld,) 292 |
Vestdijk (Toen hij het boek geschreven had: De Overnachting,) 381 |
<Vestdijk i> 292 |
<Vestdijk ii> 381 |
<4 Mei i> 473 |
<4 Mei ii> 473 |
4e Dimensie i 318 |
4e Dimensie ii 318 |
4e Dimensie iii 318 |
4e Dimensie iv 319 |
4e Dimensie v 319 |
Villégiatuur 463 |
Vilt 282 |
Vincent 114 |
Visioen 161 |
Vlak voor de ramen staat het boomtheater 360 |
Vlinder 175 |
Vogel van waanzin 294 |
Vogel van waanzin in dit zenuwhuis 294 |
Vogels blijven ontwaken 145 |
Vol van avonddauw en donker 81 |
| |
| |
Volk en Vaderland 208 |
Volmacht 284 |
<Voltooiing> 52 |
Volume 301 |
<Volvoering> 206 |
Voor één uur leven in haar terug: 144 |
Voor hoop en vrees immuun in eendre mate 405 |
Voor Spanje i 353 |
Voor Spanje ii 353 |
Voorstellingen aangaande 304 |
Voorwerpen, in mijn lied 140 |
Vrienden verbitteren het vuur; 151 |
Vroegkerk 407 |
Vrome vuur, breng in mij over 168 |
<Vrouw> (Ik beproefde u op bloed en nacht) 44 |
Vrouw (Stil zit zij over uren heengebogen;) 54 |
Vrouw (Uw lichaam lag voltooid van nacht:) 146 |
Vrucht 145 |
Vrijgezel 413 |
Vuurtoren 68 |
| |
W
<Waaien> 43 |
Waanzin 189 |
Waar bleef van u het laatste om te zijn? 384 |
Waar gij nu zijt is anders niets 326 |
Waar gij uw oogen over sloot, 142 |
Waar hebt gij u opnieuw gehecht? 299 |
Waar steekt uw hart zijn laatste vlag? 307 |
Waarheid 170 |
Waarmee gij lichaam had, 276 |
Waarom ga ik uw dood te buiten 255 |
Waarom werd zij zoo zacht, 258 |
<Wacht> 159 |
Wacht 160 |
<Wacht i> 159 |
<Wacht ii> 160 |
Wachtende 46 |
Wachtwoord 143 |
Wandeling 206 |
Wandeling met tante 474 |
Wandluis van God. Gebraden spek-gezicht 193 |
| |
| |
Wanneer de herfst zal komen moet ik rijp zijn voor de dood 179 |
Wanneer ik bij u ben gebracht, 63 |
Wanneer ik met u samenzat vergingen 379 |
Want aan de aarde staan de geuren 47 |
Want deze kamer is uw zuster 262 |
<Wassende breedte> 459 |
Wat is dit een zoete verbintenis, 26 |
Wat moest die stad, 54 |
Wat nimmer vers geworden was 206 |
Wat nimmermeer begint 155 |
Wat nooit meer ademhalen zal, 142 |
Wat uw materie heeft 370 |
Wat van geheim ging in geheim, 135 |
Wat van uw lichaam bleef voorhanden: 90 |
Watermolen 215 |
Watersnood 504 |
Watertoren 242 |
<Waterval> 241 |
We zijn er bij gaan zitten op het mos 503 |
<Wedergeboorte> 26 |
Wederkeer (Een bijna blind verleefd gedacht) 119 |
Wederkeer (Hoe keer ik zoo in uw geheimnis weer?) 47 |
<Wederkomst> 60 |
Weemoed omdat de dood het weet, 81 |
Weenen is even eenzaam 36 |
Weenen omdat zeilen zoo verrukt 86 |
Weerbericht 377 |
Weerdood 146 |
Weerkunde 449 |
Weilanden hebben avond. 't Is het uur 484, 489, 495 |
Welkom 186 |
Welvende vrouw, uit steen geheven, 221 |
Wereld na u gebleven, dag en nacht; 475 |
Werkster 367 |
Wezen buiten de wet 125 |
Wichelroede 306 |
<Wie ik nu nog zal worden...> 112 |
Wie ik nu nog zal worden 112 |
Wie ik verder zal worden 108 |
Wie van de droom geneest, 309 |
Wie zóó vermoeid zijn leden nederlegt 75 |
Wil 258 |
| |
| |
Willink 341 |
<Wind> 88 |
Wind, van gestorvenheden vol, 176 |
Wind van wol aan de ramen, 265 |
Wind, waarom streel je dit lichaam nog? 136 |
Windmorgen 136 |
Windmorgen, gij beweegt in mij 136 |
windstrepen Bloed[vaten] liggen in de lucht, 531 |
Winnetou 366 |
Winteravond 195 |
Witte sneeuw, ik ben u schuldig 167 |
Wodan 190 |
Woeker 299 |
Woestijn 351 |
<Woestijnstad> 54 |
Woord (Gij zijt den grond gelijk gemaakt) 118 |
<Woord> (Ik kan alleen woorden ontmoeten, u niet meer) 223 |
Woord en Dood 261 |
Woordbreuken autogenisch lasschen, 251 |
Woorden achterstevoren 300 |
<Woorden, ontwaak!> 96 |
Woordenbloeisel: 114 |
Wij die in de zon gezongen 29 |
Wij moeten slapen 99 |
Wij moeten slapen en ook deze nacht ontwijken: 99 |
Wij stonden huid aan huid 222, 244 |
Wij zijn als beeldhouwwerk bijeen 278 |
Wij zijn volslagen idioten 80 |
| |
IJ
<IJsmassief> 340 |
<IJzer> 290 |
| |
Z
Zal dan uw liefde grooter wezen dan mijn vrees? 25 |
Zal ik de woning onder water zetten? 426, 432 |
Ze hebben Hem, zonder zich af te vragen, 113 |
Ze lachte traag, haar lach weende beneden 48 |
Ze worden hier begraven met een haast 456 |
Zeegezicht 423 |
<Zeiltocht> 86 |
| |
| |
Zeitlupe 256 |
Zelfmoordenaar 347 |
Zestien 270 |
<Zestien i> (Laat mij aan u ontstaan,) 270 |
Zestien i (Wezen buiten de wet) 125 |
Zestien ii (Van het meisje van zestien jaar) 125 |
<Zestien ii> (Wezen buiten de wet) 125 |
Zestien iii (Nu ik het samenzijn beleef) 125 |
<Zestien iii> (Van het meisje van zestien jaar) 125 |
<Zestien iv> (Nu ik het samenzijn beleef) 125 |
Zestien iv (Om het bloed dat in haar parelt,) 126 |
<Zestien v> (Om het bloed dat in haar parelt,) 126 |
Zeven agenten hebben hem besprongen 467 |
<Zeven reisgedichten> 438, 440, 441, 443, 444, 459 |
Zieken 456 |
<Ziekenhuis> 216 |
Ziekenhuis. Wiekenzuis 216 |
<Zinnespel> 44 |
Zo gauw ik weg moet is het niet meer goed 515 |
Zoekplaat 413 |
Zoet als het bloed is deze foxtrott 237 |
Zoete vergiffenis in denneboomen 345 |
Zoëven, zegt hij, starend in 't verschiet, 491, 496 |
Zog 278 |
Zomer. Een groen vergeten 275 |
Zomeravond 74 |
Zomermorgen 15 |
<Zondag> 213 |
Zonneleen 508 |
Zoo heeft het bloed door u gestroomd: 263 |
Zoo staat de regen als een raam 55 |
Zoo zingt een mond, die eenmaal riep 45 |
Zooals het water smaakt des nachts, 107 |
Zoolang er morgens zullen zijn, 151 |
<Zuur> 211 |
<Zwaar en verschaald...> 43 |
Zwaar en verschaald ligt het avondjaar 43 |
<Zwarte lente> 65 |
Zwerver 170 |
Zwevende claim 494 |
Zij die bijna aan het bloed raakten 27 |
Zij, die hun liefde tot haar einde gingen, 26 |
| |
| |
Zij draait de wekker knarsend op 10 |
Zij eiste iets onmooglijks. Aan een beeld 416 |
Zij ging van mij vandaan 25 |
Zij had een heup, waar ik niet omheen kon 282 |
Zij had een trom gevonden om te slaan 364 |
Zij hebben zich God- en versvergeten 194 |
Zij heeft altijd naast mij geloopen 280 |
Zij heeft zich zonder iets te zeggen 163 |
Zij kent de onderkant van kast en ledikant, 367 |
Zij nam zich aan haar lichaam voor 271 |
Zij slaapt, zooals een heel jong kindje slaapt 91 |
Zij stond voor een krant, waar ik nog bij kon 516 |
[zij stonden op hetzelfde grondgebied] 531 |
Zij was nog [lichaam], maar een engel hing 532 |
Zij zullen alles doen, haar te verdonkeremanen 89 |
<Zijde> 228 |
Zijn 323 |
Zijn zonnen schroeiden zóó genadeloos: 114 |
|
............ 12 |
|
|