Gedichten. Deel 1. Teksten
(2000)–Gerrit Achterberg– Auteursrechtelijk beschermd[870] Déjà-vu(aant.)Het zachte water, dat gezonken staat
in alle laagte, die het liggen laat
bij de witte kastelen langs de straat,
blinkt op als uit een droom. De auto gaat.
5[regelnummer]
Afkomstig uit een boek is wat ik zie.
Tot werklijkheid geworden fantasie
verandert in een dwingend déjà-vu.
Gij kunt u niet onttrekken aan het nu.
Wij rijden in ovale spiegels rond;
10[regelnummer]
herkennen aan onszelf de achtergrond
en weten dat dit eenmaal ook bestond.
Dezelfde zijkanten komen en gaan.
Het hart is vol van 't oude amalgaam
waarmee wij tot elkander blijven staan.
|
|