Gedichten. Deel 1. Teksten
(2000)–Gerrit Achterberg– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 408]
| |
[840] Maréchaussée(aant.)De hanen kraaien onraad, simultaan.
Dieven tussen de boerderijen
horen diep in hun hart de vrije
middernachturen op de dorpen slaan.
5[regelnummer]
De doos staat open van gebouw en laan.
Melkwagens zijn al aan het rijen.
Hofhonden sluipen naderbij en
als het gebeuren moet, moet het gauw gaan.
In deze toestand was ons samenzijn
10[regelnummer]
een uiterste aan bij elkander blijven.
Ik droeg u nog op tijd de struiken in.
's Middags verschenen in de blauwe zon
maréchaussée's en stonden op te schrijven
wat ik u niet meer toevertrouwen kon.
|
|