Gedichten. Deel 1. Teksten
(2000)–Gerrit Achterberg– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 420]
| |
[861] Riviéra(aant.)De helling schuift met bloemkastelen dicht.
Wegen die ik niet wist dat verder konden
hebben hun col de wolken in gevonden
naar deze zee waaraan het zuiden ligt.
5[regelnummer]
Ik overstroom van louter vergezicht.
Tegen het Estérelle-gebergte ronden
de blauwe baaien zich op kristalgronden.
Tot in Italië schijnt het zonlicht.
De auto klimt en daalt in de rotonde
10[regelnummer]
en open galerijen van de lucht,
spiralen trekkend door het hemelhuis.
De lange vasteland-cadans ontbonden,
komt het reisbeeld tot staan onder zijn vlucht.
Wij stappen er in uit. De wereld ruist.
|
|