Gedichten. Deel 1. Teksten
(2000)–Gerrit Achterberg– Auteursrechtelijk beschermd[862] Autoclaaf(aant.)Diep in de kelders van het onbekende
gaat een reuzin de muren in het rond,
groter naarmate zij geen uitweg vond;
de ruimte etend met haar lange tanden.
5[regelnummer]
Waar zal zij door de gangen heen belanden? -
weer bij zichzelve waar zij eenmaal stond.
Zij groeit, de tijd wordt vlees, een open wond
van 't schuren langs de rauw-cementen wanden.
Tegen elkander opgestaan en slaags
10[regelnummer]
geest en materie, wil en werklijkheid,
ben ik het slagveld van fatale machten,
die u elkaar betwisten in de nachten
en met dichte vizieren vechten 's daags;
een eeuwig onbeslecht gebleven strijd.
|
|