Gedichten. Deel 1. Teksten
(2000)–Gerrit Achterberg– Auteursrechtelijk beschermd[113] Vrouw(aant.)Stil zit zij over uren heengebogen;
haar naam is wil van haar getogen,
tot een bezit van die hem hebben moge.
En in het leege nalicht van haar staat
5[regelnummer]
wordt de stilte een groot gelaat:
bestaard en tot een rust geraakt
in den volkomen vrede van het einde,
nu er een ander is die in haar eigen
bloed zich behield in duizenderlei staat
10[regelnummer]
ligt zij terneder, groot en naakt.
|
|