Gedichten. Deel 1. Teksten
(2000)–Gerrit Achterberg– Auteursrechtelijk beschermd[703] Cartografie(aant.)Verten, die fluweel zoomden in onze harten,
voor het verlangen, om in te rusten,
totdat de tijden zouden ontbranden,
(maar onze lusten brandden naar binnen
5[regelnummer]
terwijl wij wachtten en onze zinnen
bezaten ons zonder verraad, wij kusten
een verzuim in slaap en wij gerusten
gingen de weg in waar de resten
des levens blijven, de zeer gesusten)
10[regelnummer]
- hebben het weder tot zich geroepen
en het afscheid is ons laatste bezit,
met de bezwering, biddend en wild:
teeken te laten in onze handen.
Verten, die fluweel zoomden binnen ons hart,
15[regelnummer]
voor het verlangen om in te rusten,
werden tot continenten en kusten,
bereikbaar met een blik op de kaart.
|
|