Gedichten. Deel 1. Teksten
(2000)–Gerrit Achterberg– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 498]
| |
[985] Recreatie(aant.)In de gekromde morgen
- kou staat met appelwangen
en heraldieke welpen
tegen mijn nachtlichaam;
5[regelnummer]
de vroegte houdt verborgen
vogelenzang,
op punt van overstelpen -
probeer ik, slapelaar,
in waakzaamheid gevangen,
10[regelnummer]
weerstanden op te heffen,
onder een preveldwang;
maatregelen te treffen,
dit ongebeelde, ronde,
nog aan de nul gebonden,
15[regelnummer]
van linkerkanten volle
en bijna zessenklaar,
achter mijn droom gevonden,
gedurende het stollen
dragen over de gang
20[regelnummer]
andere kamers in;
't al-enige en zware,
tijdens het woordbedaren;
tegen het licht bekijken
of trosvormingen blijken:
25[regelnummer]
dan heeft de proef geen zin.
De dag kan niet beginnen.
Randen omringen u.
Ge hebt geen kernschaduw
of breukteken van binnen.
30[regelnummer]
Ik zie het raam beslaan.
De zon gaat buiten aan.
De levenskier staat aan.
|
|