Gedichten. Deel 1. Teksten
(2000)–Gerrit Achterberg– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 220]
| |
[467] (Ik schrik wanneer mijn naam weerklinkt,)(aant.)Ik schrik wanneer mijn naam weerklinkt,
want zijn beteekenissen zijn verminkt
tot gruwelijk geluid en beurt
bij bed en bord, er zijn dingen gebeurd,
5[regelnummer]
die niemand achterhaalt, ik ben
gevangen tusschen slijmvliezen
en kiezen, die langzaam vergaan;
een levend graf, dat zal bestaan,
zoolang dit speeksel zich afscheidt
10[regelnummer]
in de mondholte van den tijd.
|
|