Gedichten. Deel 1. Teksten
(2000)–Gerrit Achterberg– Auteursrechtelijk beschermd[732] Adam(aant.)Zoete vergiffenis in denneboomen
van nooit bedreven kwaad.
Het is hier donker als bij regen, ik verlaat
de groote weg om tot mijzelf te komen.
5[regelnummer]
Hier hoef ik niet van het geluk te droomen,
omdat het voor mij staat
met open oogen, tot het al maar dieper gaat
het bosch in, langs fluweelen zoomen.
Het paradijs was zacht, omdat het lam
10[regelnummer]
de leeuw omver kon stooten, toen zij speelden.
De dood lag nergens op de loer.
Ik raak verdwaald in 't donkerblauwe moer
en kan niet laten om mij te verbeelden
dat ik alleen ben op de wereld als Adam.
|
|