Gedichten. Deel 1. Teksten
(2000)–Gerrit Achterberg– Auteursrechtelijk beschermd[413] Winteravond(aant.)Mocht deze winteravond zijnen toon behouden.
De wind is oud en goed. Ik zit neer bij het vuur,
dat het weleer herleven doet, het is het uur
waarop je vroeg of wij de koffie drinken zouden.
5[regelnummer]
Je hebt gezegd: ik zal de radio aanzetten;
ik hoop nu maar dat er geen mensch meer komen zal.
De schöne blauwe Donau zong vanuit de verte
en de comedian harmonists maakten je glimlach vol.
Uit deze vrede is de teederheid geboren,
10[regelnummer]
die ons vervulde van verlangen naar elkaar.
Wij zijn gaan liggen voor de vlammen en behoorden
toe aan het vuur, de wind, de kamer en elkaar.
|
|