Gedichten. Deel 1. Teksten
(2000)–Gerrit Achterberg– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 236]
| |
[502] Standbeeld(aant.)Een lichaam, blind van slaap,
staat in mijn armen op.
Ik voel hoe zwaar het gaat.
Doodepop.
5[regelnummer]
Ik ben een eeuwigheid te laat.
Waar is je harteklop?
De dikke nacht houdt ons bijeen
en maakt ons met elkaar compact.
‘Om Godswil laat mij niet meer los;
10[regelnummer]
mijn beenen zijn geknakt’,
fluister je aan mijn borst.
Het is of ik de aarde tors.
En langzaam kruipt het mos
over ons standbeeld heen.
|
|