Gedichten. Deel 1. Teksten
(2000)–Gerrit Achterberg– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 86]
| |
[192] (De dingen zijn nu zoo dichtbij dat ik)(aant.)De dingen zijn nu zoo dichtbij dat ik
mijzelve met hun eenvoud samenschik
tot eindelijk geluk van 't oogenblik.
Ik weet wel dat de vogel van mijn leven,
5[regelnummer]
moe en verziekt naar huis toe werd gedreven.
Maar misschien is hem eenmaal nog gegeven
in 'n zelfde jubel zingend uit te slaan
waarop haar hart eenmaal heeft stil gestaan
dan begint alles weer van voor af aan.
10[regelnummer]
Ik weet niet of zij dan zal komen, om het even.
Wat wezenlijk geschiedt wordt zoolang opgeschreven
en neemt in dood's gebied gestalte aan.
|
|