Gedichten. Deel 1. Teksten(2000)–Gerrit Achterberg– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 427] [p. 427] [875A] (Ballade van de gasfitter) V(aant.) Maar, als ik thuisgekomen, goed en wel te eten zit, rinkelt de telefoon. Ik pak de horen op en doodgewoon klinkt aan de andere kant een nieuw bevel. 5[regelnummer] Het is de directeur. Zijn stem is schel, met een verborgen, weke ondertoon. ‘Ga morgen naar dezelfde straat, mijn zoon. Je weet hoeveel belang ik in je stel’. Geen ezel stoot zich tweemaal aan een steen. 10[regelnummer] Het beste was, ik bleef hier niet alleen, maar nam vanavond vast in ogenschouw het uit de grond verrezen flatgebouw daartegenover, bij de nummerborden zal het me dan vanzelf duidelijk worden. Vorige Volgende