Gedichten. Deel 1. Teksten(2000)–Gerrit Achterberg– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [874A] (Ballade van de gasfitter) IV(aant.) Eindelijk is het kleine lek gedicht. Ik zoek de spullen langzaam bij elkaar. Mijn benen zijn als buizen lood zo zwaar. Zweetdruppels lopen over mijn gezicht. 5[regelnummer] Of ik iets bovenmenselijks verricht, keer ik met een verklarend handgebaar mij naar u om, maar gij zijt niet meer daar. Er is alleen het late middaglicht. Ik beur de bak gereedschap van de vloer 10[regelnummer] en til hem op mijn schouder. Door de gang wekken mijn voetstappen een hol gezang. De deur valt in het slot. Het straatrumoer lijkt verder af. Er hangt een dikke mist. Ik heb me dus voor deze keer vergist. Vorige Volgende