Gedichten. Deel 1. Teksten
(2000)–Gerrit Achterberg– Auteursrechtelijk beschermd[290] Tendresse(aant.)Huisteederte der morgen,
vrucht van een nachtgeluk,
gerijpt in liefde's orde:
oorschelpen luisteren verrukt
5[regelnummer]
naar het gevederd kamerduister,
dat stil tot licht te worden staat;
dat van de vooravond de fluister
der wel-te-rustens liggen laat
om mond des kussens... om de milde
10[regelnummer]
herkenning niet te verontrusten
van het onthulde, in de nieuwe
vermengingen die het aangaat,
voor oogen die er over rusten,
met eeuwigheid en dageraad.
|
|