Gedichten. Deel 1. Teksten
(2000)–Gerrit Achterberg– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 468]
| |
[940A] Buitengoed(aant.)In de verblijven buiten, in de zalen
van zomerdag, tussen de boomgehelen,
egale ruimte waar de stammen rijzen,
zijn in mij over eerste lotsbewijzen,
5[regelnummer]
voel ik een vrede nederdalen
van vele duiven, stuiven op hun stelen
bloemen het zaad, onderverdelen
de takken zich tot schemergrijze
zachtzinnigheden, achterhalen
10[regelnummer]
holten in mij het homogene
begin met u. Gij kunt er in herrijzen
tot op uw wankelende benen
en wandelen daarhenen
langs kilometerpalen,
15[regelnummer]
de vogels horen kwelen
en uit mijn oog verdwalen.
|
|