Gedichten. Deel 1. Teksten
(2000)–Gerrit Achterberg– Auteursrechtelijk beschermd[939] Brood en stenen(aant.)'t Woord heeft het eerste en het laatste woord.
Daartussen liggen daden te bederven,
planten zich reeksen generaties voort,
wier eigenschappen ik moest overerven.
5[regelnummer]
Ik ga met geen gebeurtenis accoord
die niet in mij het jawoord kan verwerven
om voor te leven of om voor te sterven.
De kleine vissen gaan weer over boord.
Een brood is brood en stenen zijn van steen.
10[regelnummer]
Hij die het ene weggeeft voor het ander
zal hongeren, hard worden en vergaan.
Maar beide zijn dezelfde offerande:
een kind een hinkelsteen, volkeren graan.
En elke derde hond loopt met een been.
|
|