Gedichten. Deel 1. Teksten
(2000)–Gerrit Achterberg– Auteursrechtelijk beschermd[341] Wacht(aant.)Ik toef in schemer aan de randen van uw oord,
totdat de dood mij naar u toe zal brengen.
Hij wil probeeren om het nog te lengen
in tijd en ruimte, opdat geen tekort
5[regelnummer]
achter zal blijven, dat ik niet kan dekken,
door het al zingend op u te betrekken.
Maar eenmaal valt de levensdeur in 't slot.
Zullen je eerste kussen
niet wezen of er tusschen
10[regelnummer]
donker en licht alleen verliep
de stonde, dat je lippen
aflieten om te roepen
mij bij mijn naam, als een die sliep?
|
|