Gedichten. Deel 1. Teksten(2000)–Gerrit Achterberg– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 416] [p. 416] [854] (Ballade van de winkelbediende) III(aant.) Zij eiste iets onmooglijks. Aan een beeld kun je niet willekeurig doorborduren. Het heeft al meer dan goed is te verduren van alle associaties die het teelt. 5[regelnummer] Het had daareven maar een haar gescheeld of hij stond weer voor jaren te verzuren tussen de vijgen en de confituren, bij eindeloze ponden uitgedeeld. Wij keken buiten. Hij lag in het zoet 10[regelnummer] van myriaden sterren te verteren. De nevelvlekken maakten hem melaats. Melkwegen spoelden door hem heen, op 't laatst konden wij hem niet langer observeren: het firmament trilde ons tegemoet. - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - 15[regelnummer] Van de politie brengen ze zijn kleren, vol mieren en door schimmels aangetast. Hij was direct begraven, zwart als roet. - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - ‘Hij staat zich in de spiegel al te scheren. Zijn vrouw pakt boterhammen, inderhaast, 20[regelnummer] omdat hij 's Maandags vroeg beginnen moet.’ Vorige Volgende