Gedichten. Deel 1. Teksten
(2000)–Gerrit Achterberg– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 339]
| |
[719] Optiek(aant.)De herfst wordt weer met boomen geel en rood;
bloedbosschen tegen blauwe luchten,
waarin de herten langzaam vluchten,
gestremd door het opaal dat hen vergroot.
5[regelnummer]
Zóó naderbij staat alles met een stoot,
- in alle tuinen hangen vruchten -,
dat ik geen grenzen hoef te duchten
tusschen mijn rijpe droomen en uw dood.
Zonder verwondering zou ik u hier
10[regelnummer]
zien loopen, nu mijn oogen glanzen
van een direct geluk, als bij een dier.
Om met u in dit afgerond kristal
samen te zijn, liggen mijn kansen
ver boven hun waarschijnlijkheidsgetal.
|
|