Gedichten. Deel 1. Teksten
(2000)–Gerrit Achterberg– Auteursrechtelijk beschermd[851] Nachtvlucht(aant.)Er zijn vannacht vogels overgegaan
waar 'k niet van wist dat hun geluid bestond:
op zilveren bosfluiten een goudmond,
bellen van arresleeën bij de maan.
5[regelnummer]
Zeker en doelbewust snelden ze aan;
werd heel het huis plotseling ondergrond.
Een ogenblik was zonder levenswond
over zijn ganse lengte mijn bestaan.
Waar zullen ze nu zijn? De dag breekt aan
10[regelnummer]
met vroege straten in een grijze stad.
Nieuw van gevoel ben ik achtergelaten.
Je moest er eigenlijk niet over praten,
maar 'k vraag mezelve af bij het opstaan
hoe lang het duren zal dat ik het had.
|
|