Gedichten. Deel 1. Teksten
(2000)–Gerrit Achterberg– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 414]
| |
[850] Pastorale(aant.)De stille motten hangen om de lamp
en in de tuin groeien de bomen door.
Al wat gij aan lichaamlijkheid verloor
wordt voor mijn ogen avondstond en damp.
5[regelnummer]
Een koe staat te herkauwen in zijn kamp
en schapen lopen in de dauw teloor.
De hond ligt voor het hondehok. Ik hoor
van paarden in hun stal het hoefgestamp.
Dit is het uur om naar u toe te gaan.
10[regelnummer]
Ik zal mijn fiets oppompen en vertrekken.
Het is niet nodig dat ik iemand groet.
Ik kan me niet aan het gevoel onttrekken
dat het een afspraak geldt waar de zijlaan
met 'n flauwe boog de grote weg ontmoet.
|
|