Gedichten. Deel 1. Teksten
(2000)–Gerrit Achterberg– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 391]
| |
[817] Spel(aant.)Gij zijt niet langer individueel.
Een aantal stoffen dat tezamenhing
zodanig, dat het leven u beving
en gij kon zeggen: ik ben dit geheel,
5[regelnummer]
verviel weer in zijn oude evenveel
van overal hetzelfde ronde ding.
Het feit alleen dat ik ze samenzing
maakt u weer voor een vers lang personeel.
Misschien sta ik al vol van de bacil,
10[regelnummer]
die u doet woekeren door alles heen
en kan mijn stem enkel nog klinker zijn,
alsof er knikkers rollen door mijn ziel;
waarmee ik met u in het spel verdwijn;
spel zonder speler in de zonneschijn.
|
|