Gedichten. Deel 1. Teksten
(2000)–Gerrit Achterberg– Auteursrechtelijk beschermd[816] Hoornik(aant.)De gruwelen van Dachau hangen tegen
de planken van zijn denken, in de stad
glijen de tramrails in een open gat.
Op elke straathoek kan het zich bewegen
5[regelnummer]
en poten hebben als een grote pad,
of heeft het plotseling getal gekregen:
rijen marcheren op hem aan, zodat
hij nauwelijks ontkomt door tussenstegen.
Ergens voor een boekhandel blijft hij staan
10[regelnummer]
en leest verstrooid hoe al de boeken heten,
onderwijl peinzend: wereld, waar behoor ik?
Als hij zijn hoofd weer opheft om te gaan,
kijkt hij in ogen, die het antwoord weten:
daar binnen staat: Ex Tenebris, Ed. Hoornik.
|
|