Gedichten. Deel 1. Teksten
(2000)–Gerrit Achterberg– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 103]
| |
[231] (Liefde, ik blijf u loven)(aant.)Liefde, ik blijf u loven
vanuit de duisternis
in deze steenen nis,
ver van uw zoete alkoven.
5[regelnummer]
Ver van de groene hoven,
waar aangevangen is,
blind over het gras
de vlam van uw beloven
Ver van 't zich veroorloven
10[regelnummer]
in uw geheimenis
van wat doodelijk is
buiten uw ban en toover:
te nemen in zich over
hetgeen het andere is,
15[regelnummer]
gevend zonder gemis
het eigen daarenboven.
En zoo ik mij nog vergis,
ziende op de kerkhoven,
liefde, doe mij gelooven
20[regelnummer]
dat het niet over is,
nu wij uit u begroeven
dit lichaam, puur en wit,
zij het u ten behoeve,
en noode doen wij dit.
25[regelnummer]
Wil ons niet gansch berooven
maar blijve het zwart op wit
door uwe hand geschreven
in dit onsterfelijk lied,
dat gij hebt toegeschoven
30[regelnummer]
over ons laatst bezit
den steen van deze strophen.
Dat gij dit lied zijt. Dit.
|
|