Gedichten. Deel 1. Teksten
(2000)–Gerrit Achterberg– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 369]
| |
[778] Atoombom(aant.)Vannacht was het noorden hier
en vroeg aan mij om kwartier.
Ik zei: mijn horloge is hard.
Maar neem gij een vierde part.
5[regelnummer]
Het oosten kwam bij mij op
met de helft van de maan er op.
Ik keek naar de kazen om:
zij lagen nog vol en dom.
Het zuiden ook staat in huis
10[regelnummer]
met zijn geboortebewijs.
De zonnewijzer belandt
niet in het derde kwadrant.
Het westen, terug van de reis,
brengt zandloper mee en zeis.
15[regelnummer]
Ik hoor een schurend geluid
en buiten voortdurend gefluit.
Nu slaat de bom uit elkaar
de dingen, de dichter, de taal.
Een reflex in mijn vingers schrijft
20[regelnummer]
dit af terwijl het verstijft.
|
|